‘Antwoord op de Enquête naar de houdbaarheid van het Humanisme’, De Stem, September 1933.
‘Cultuur en Vaderland’, (De geestelijke grondslag van het (inter) nationalisme), Groot Nederland, februari 1934.
In deze jaren kreeg ook Tiemen Gerritsens diepgaande belangstelling in het werk van de Groningse hoogleraar Gerard Heymans († Groningen, 18 febr. 1931) vorm, b.v. in ‘De Ethiek van Heymans’ - Erfelijkheid bij de Mens, juli 1933; ‘Het Psychisch Monisme’, Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie’, februari 1937 en ‘Is de Wilsvrijheid een probleem?’ Afkomst en toekomst, juli 1937.
Gerritsens bezinning op Heymans leidde in 1938 tot het verschijnen van een lijvig, door hem in het Frans geschreven boek, dat terecht als zijn levenswerk beschouwd mag worden: ‘La Philosophie de Heymans’, dat uitkwam in de ‘Bibliothècque de philosophie contemporaine’ van de Librairie Félix Alcan, Paris, 1938. Deze even heldere als voortreffelijke studie bevat zes onderdelen: ‘La Méthode’, ‘la Théorie de la Connaissance’, ‘l'Ethique’, ‘l'Esthétique’, ‘la Métaphysique’ en Gerritsen's eigen ‘Conclusion’.
Dit omvangrijke boek, dat tevens zijn proefschrift tot het verkrijgen van de doctorsgraad (aan de universiteit te Groningen) is geworden, trok niet alleen in ons land de aandacht door zijn dubbele verdienste: het volledig beheersen der Franse taal èn het wijsgerig inzicht, het werd ook in Frankrijk opgemerkt; een benoeming van de auteur tot officier de l'académie bleef niet achterwege, waarop korte tijd later die tot officier de l'instruction publique volgde.
Hierna vallen nog te noemen: een bewerking in het Nederlands naar Alex. Dumas ‘De drie Musketiers’, 's-Gravenhage 1940 en ‘De Toekomst en het Humanisme’ uitg. Stols, 's-Gravenhage 1945.
Onder de vertalingen uit het Frans door deze auteur herinneren wij ons: Jean-Paul Sartre ‘Het Existentialisme is een Humanisme’ - (De Bestaansleer) - dat bij A.A.M. Stols, Den Haag, 1946 verscheen als bijzonder nummer in de serie van ‘De Vrije Bladen’.
Tot het eigen, creatieve werk van Dr. Tiemen J.C. Gerritsen behoren, naast een hoorspel van Alphonse Daudet's ‘Tartarin de Tarascon’, geschreven voor de A.V.R.O. (zie de ‘Radiobode’ van 9 november 1934) een drietal toneelstukken:
‘De Schijnwerper’, Leidsche Uitg. Mij, Leiden, 1929, met een bandtekening van Hein von Essen, bedoeld als een moderne lof der zotheid;