(thans college van kerkvoogden) in 1937 uit de huidige predikantskamer in de Pieterskerk naar de nieuwe ruime archiefkluis aan de andere zijde van het koor werden overgebracht, werd mejuffrouw Le Poole, die inmiddels het archiefexamen 2de klasse had afgelegd, officieel tot archivaris benoemd.
Eveneens door de traditie had mejuffrouw Le Poole nauwe banden met de vereniging ‘Oud-Leiden’, waarvan haar broer Samuel een der eerste secretarissen was geweest. Van 1946-1958 was zij penningmeester van deze vereniging en van 1937 tot haar overlijden lid van de redactiecommissie van het Jaarboekje van deze vereniging, waarin zij haar vondsten uit de onder haar beheer staande archieven publiceerde.
Behalve een historische belangstelling was er ook een zakelijke inslag. Het financiële beheer van het Groene Kruis, het Diaconessenhuis, het Annahofje aan de Hooigracht was lange jaren aan haar toevertrouwd. Het onderricht in het boekhouden, dat zij gevolgd had, kwam haar bij dit alles zeer van pas.
Françoise is een zeer trouw lid van de Soroptimisten geweest.
In 1932 heeft zij een kloek en comfortabel huis aan de Van Slingelandlaan laten bouwen. Daar woonde zij te midden van meubelen en portretten uit het ouderlijk huis. Toen de oude familiezaak in 1931 geliquideerd werd droeg zij zorg, dat het twee en een halve eeuw oude archief van de firma werd overgedragen aan het Economisch Historisch Archief in den Haag en wat er aan historische voorwerpen overbleef, vond een plaats in de Lakenhal, aan welk museum herhaaldelijk nog andere schenkingen werden gedaan. Ook was zij penningmeester van de ‘Vereniging van Belangstellenden in de Lakenhal’
Mejuffrouw Le Poole had een scherp verstand en kon met veel humor uit de hoek komen, ook toen zij in later jaren zich minder makkelijk uitdrukte. Het kostte haar moeite, ondanks achteruitgaande krachten al het werk waar zij zoveel jaren mee bezig was geweest uit handen te geven. Ook was zij een trouwe comparante op de maand- en jaarvergaderingen van de Maatschappij en lange jaren heeft zij deel uitgemaakt van die in stilte aan de vooravond van de jaarvergadering kort maar hard werkende commissie voor de verkiezing van nieuwe leden. Moge de Maatschappij bij de dalende belangstelling voor de maandvergaderingen in een dergelijke trouwe belangstelling een vingerwijzing zien, hoe het voor de sprekers toch onmisbare gehoor vergroot kan worden door belangstellende ingezetenen van Leiden en omgeving, evenals