theorie der titelbeschrijving (1930) en Theorie van den catalogus (1941), waarin de typische scherpzinnigheid en formuleringsgave, die zovele zijner publicaties kenmerken, duidelijk in het licht treden.
De ontwikkeling van het openbare bibliotheekwezen is in ons land zeer moeizaam gegaan. Twee wereldoorlogen en bezuinigingscampagnes hebben een normale groei belemmerd, terwijl ook op het terrein van de politiek de moeilijkheden vele waren. Greve heeft veel daarvan in zijn bij het 25-jarig bestaan der C.V. verschenen standaardwerk Geschiedenis der Leeszaalbeweging in Nederland (1933) beschreven. Hij wist toen nog niet, welke rampspoed de Tweede Wereldoorlog voor de openbare bibliotheken brengen zou. Bij het begin van de Duitse bezetting was Greve al in de zestig en hoewel uiterlijk nog heel flink en levendig over zijn hoogtepunt heen. De bezettingsjaren zijn stellig niet zijn beste jaren geweest en toen hij, in 1944 na Dr. Molhuysen's dood ook nog inspecteur van de Openbare Leeszalen geworden, na de oorlog weer zou gaan opbouwen, wat zulk een ernstige schade geleden had, moest hij vooral na zijn aftreden als Directeur van de Haagse Openbare Leeszaal in 1949 ervaren, dat er een andere tijd was aangebroken. Zijn schepping, de Openbare Leeszaal, de Centrale Vereniging en ook zijn eigen persoon stonden aan aanvallen in de pers bloot, er vormden zich groeperingen buiten de C.V. en de eenheid van het openbare bibliotheekwezen, waarop men zo trots geweest was, scheen een eind te zullen nemen. Greve heeft zich dit zeer aangetrokken en zijn zo verwonderlijke physieke en geestelijke kracht heeft hem in die jaren begeven. In 1951 moest hij zijn functies in het verenigingsverband neerleggen.
Op 24 december 1957 is Greve na een jarenlange ziekte overleden. In deze laatste zes jaren heeft zich ondanks grote moeilijkheden de openbare bibliotheek in Nederland sterk ontwikkeld, al is dat op een geheel andere wijze geschied dan Greve en zijn mede-pioniers zich dat hadden gedacht. Dat dit alles buiten hem om is gegaan, stemt droevig, maar de naam van Greve blijft onherroepelijk verbonden aan de Centrale Vereniging, wier activiteit, zij het in andere verhoudingen, nog steeds groeit en aan de Openbare bibliotheek, die in de typische vorm, zoals wij die in Nederland kennen, hoofdzakelijk zijn werk is.
L. Brummel
Voor Greve's geschriften zij verwezen naar: Mary A. Pit, Bibliographie van het werk van Dr. H.E. Greve ter gelegenheid van zijn vijf- en zestigsten verjaardag op 30 december 1943. Nijmegen, 1944.