studie zozeer van de regeringsvormen in Friesland in die tijd op de hoogte was. Dr. Guibal heeft zich dan ook uitstekend van die taak gekweten. Het boek verscheen in 1948. Inmiddels (in 1941) was Dr. Guibal lid geworden van het Bestuur van het Fries Genootschap voor Geschied-, Oudheid- en Taalkunde; in hetzelfde jaar nam hij het secretariaat op zich als opvolger van Mejuffrouw R. Visscher. Hij heeft het secretariaat met ijver en nauwgezetheid vervuld; zijn notulen gaven betrouwbaar het besprokene in de vergadering weer, terwijl zijn adviezen steeds goed doordacht waren en dikwijls gaarne werden opgevolgd. Guibal was er de man niet naar om zijn mening op te dringen, maar op zijn eigen bedachtzame wijze wist hij zijn opinie naar voren te brengen en zodoende heeft zijn aanwezigheid een goede invloed op de Bestuursbijeenkomsten gehad.
Het secretariaat heeft enige keren veel van zijn energie gevergd, zoals bij de voorbereiding van de Akademie-dagen op 30 en 31 Maart 1948 in de Harmonie te Leeuwarden, die voornamelijk was toevertrouwd aan het Fries Genootschap) en de Fryske Akademy. In ‘Akademie Dagen 1948’, Dl. II, Amsterdam 1949, wordt in het verslag op bladzijde 3 gezegd: ‘In het byzonder komt aan de Secretaris van eerstgenoemd genootschap (Fries Genootschap) Dr. C.J. Guibal grote dank toe voor het uitzonderlijk vele werk, dat hij heeft willen verrichten’.
In hetzelfde jaar hield hij voor de algemene ledenvergadering van het Fries Genootschap een uitstekende lezing over de Vrede van Munster, ter herdenking van het feit, dat op 15 mei 1648, dus 300 jaren geleden de uitwisseling van de ratificatie van deze vrede plaats had. Het jubileumjaar 1952, toen het Fries Genootschap 125 jaar bestond gaf ook veel werk. De secretaris maakte een uitgebreid relaas van de viering in het 124ste Verslag van het Genootschap, terwijl hij in de Vrije Fries van 1952 (41ste deel) een herdenkingsartikel schreef betreffende het Fries Genootschap van 1927-1952.
In 1940 werd Guibal lid van de Redactie van de Vrije Fries ter vervanging van Mejuffrouw R. Visscher en bleef dat tot 1954. In hetzelfde jaar bedankte hij om gezondheidsredenen voor het secretariaat, maar bleef tot zijn overlijden deel van het Bestuur uitmaken.
Dr. Guibal was penningmeester van de Noordelijke Afdeling van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, als opvolger van Dr. A.L. Heerma van Voss, die 24 juli 1948 overleden was. Tot het laatst toe heeft hij deze functie vervuld.