Antoni Scholte
(Zuidscharwoude, 12 Juli 1901 - Leiden, 10 Juni 1952)
Rector van het Gemeentelijk Gymnasium te Leiden, gest. 10 Juni 1952.
Geboren op 12 Juli 1901 te Zuidscharwoude als zoon van Ds Antoni Hendrik Scholte en Dorothea Brink.
Hij bezocht eerst de lagere school in Zutphen en later te Zwolle, in welke stad hij toelatingsexamen voor en 6 jaar later eindexamen deed aan het Gem. Gymnasium. Hij was een uitstekend leerling met veel ambitie voor Latijn en Grieks.
Hij was gesproten uit een predikantenfamilie, zowel van vaders, als van moeders zijde. Zijn vader en diens drie broers waren predikant, alsmede talloze neven en verdere familieleden, zodat het schijnt te zijn voorgekomen, dat op een Zondag 32 predikanten van de familie op de preekstoel stonden.
Zeer verklaarbaar was het dan ook, dat van hem verwacht werd, dat hij eveneens predikant zou worden. Zijn ambities gingen echter een andere kant uit. Hij voelde zich reeds op het Gymnasium onweerstaanbaar aangetrokken tot de Klassieke Letteren. Toen hij een keuze moest doen, koos hij de studie der Klassieken in Groningen. Al te veel verwondering behoefde deze kenze niet te baren. Was zijn vader niet een kundig Latinist, die menig jongmens belangloos opleidde voor het staatsexamen, dat toegang verleent tot de Universiteit, als de middelen ontbraken voor een Gymnasiumopleiding of de afstand naar een stad, waar men deze lessen kon volgen, te groot was? En zelfs nu nog, nu zijn vader reeds lang de leeftijd der sterken bereikt heeft, vindt deze nog steeds ontspanning in het lezen van klassieke schrijvers. En maakte zijn grootvader, destijds predikant te Oostburg zijn 4 zoons niet klaar voor een der hogere klassen van het Gymnasium, toen het te bezwaarlijk was om te gelijkertijd al deze jongens elders een Gymnasium te laten volgen, omdat in Zeeuws-Vlaanderen geen Gymnasium te vinden was? Als men bij de Scholtens twee eigenschappen moet opnoemen, die in hun leven domineerden, dan zijn het wel een grote liefde voor de vrijzinnige Theologie en de Klassieke Letteren. Het is dus volkomen verklaarbaar, dat bij een spruit van deze familie nu eens de Klassieke Letteren domineerden.
Na zijn candidaatsexamen werd hij van 1926-1931, nog student, tijdelijk leraar aan het Gem. Gymnasium in Groningen. In 1930 volgde