Johan Catharinus Justus Bierens de Haan
(Leiden, 17 November 1867 - Amsterdam, 18 December 1951)
J.C.J. Bierens de Haan werd in Leiden geboren, waar zijn vader Dr D. Bierens de Haan hoogleraar was in de Mathesis. Hij heeft zich altijd bijzonder tot Leiden aangetrokken gevoeld, ook al verliet hij de stad metterwoon na zijn studententijd. Hij bezocht er het Gymnasium en studeerde Medicijnen aan de Leidse Universiteit. Maar naast de medicijnen had Bierens de Haan een warme belangstelling voor physica biologie en zoölogie. Gedurende de lange zomervacanties werkte hij op klinieken in het buitenland in Bonn, Weenen, Parijs e.a. Hij specialiseerde zich in de chirurgie en werd assistent bij Prof. Rosenstein te Leiden.
De Boerenoorlog, die het medelijden met het verdrukte broedervolk in Holland deed opleven, was de aanleiding voor Bierens de Haan om zijn diensten aan te bieden. Hij ging mee met de eerste ambulance, die door Nederland naar het oorlogsveld in den vreemde werd uitgezonden, waarvan hij later de leiding in handen nam.
Nadien vestigde hij zich te Rotterdam als chirurg in 1905. Zijn liefde voor de havenstad ontwikkelde zich in die jaren zodanig, dat aan Rotterdam, aan het Museum Boymans, werd nagelaten de rijke vrucht van zijn vrije tijd: zijn zeer bijzondere collectie prenten.
Na in 1913 leider te zijn geweest van de ambulance naar Griekenland in de Balkanoorlog en in de eerste wereldoorlog de ambulance te hebben geleid van Prés Catelan in het Bois de Boulogne te Parijs, vestigde hij zich in 1923 in Amsterdam.
Hij wijdde zich nadien uitsluitend aan zijn liefhebberij, de prenten. Hij beoogde een verzameling, waarin volledig alle oud-Nederlandse grafiek zou zijn samengebracht en van de buitenlanders stalen van de voornaamste grafici.
Hij maakte verscheidene grote reizen naar China, Indonesië, Japan, de Philippijnen, India en Perzië. Van al die landen bracht hij kunstvoorwerpen mee, die zijn huis vulden.
Hij was belezen als geen ander. Hij genoot van de oude classici, zowel als van de groten der wereldliteratuur. Zijn eruditie kwam tot uiting op zeer verscheiden gebied; wie heeft niet zijn spinnenkwekerij bewonderd in het huis in de Koningslaan, waar al het huispersoneel streng consigne had nooit de ragebol te hanteren.