socialiste. Verscheidene jaren (in Litteris Sacrum was het reeds enigermate begonnen) heeft hij zodoende socialistische invloed ondergaan en ook wel socialistische sympathieën gevormd. Zijn natuur was echter te individualistisch, dan dat hij zich bij een partij had kunnen aansluiten. Politiek schonk hij trouwens slechts een matige belangstelling.
Naar iets anders uitzien wilde zeggen: naar een betrekking bij het onderwijs. Van Rijnbach vond die in 1909 als tijdelijk leraar aan de H.B.S. te Meppel. Een zeer bezwaarlijke betrekking, want het tijdelijk karakter liet niet toe zich te Meppel te vestigen, zodat hij alleen de Zondagen in de huiselijke kring kon doorbrengen. Met ingang van 1910 werd hij leraar aan het Gymnasium te Alkmaar, waar het gezin ging wonen, maar de culturele sfeer van Leiden wel miste.
30 September 1916 trof hem het zware verlies van zijn vrouw, die hem twee dochters naliet. Aan het eind van hetzelfde jaar verhuisde hij naar Dordrecht, waar hij, evenals reeds te Alkmaar, behalve aan het gymnasium ook nog aan andere inrichtingen van onderwijs was verbonden. Hier leerde hij zijn tweede vrouw kennen, Johanna Catherina van Gelder, met wie hij 18 Juli 1919 in het huwelijk trad. Zij schonk hem een zoon en een dochter. In 1924 werd hij, ongetwijfeld tot zijn voldoening, benoemd aan het gymnasium te Leiden, waar hij tot zijn pensionnering bleef.
Van Rijnbach had nederlandse letteren gekozen om de studie. Een roeping voor het onderwijs voelde hij niet; het leraarschap was voor hem niet veel meer dan een onvermijdelijke consequentie. Ongetwijfeld streefde hij er met ernst naar een hoog peil te bereiken, maar het ware contact met zijn leerlingen vond hij niet gemakkelijk. Ten dele, dunkt mij, door een zekere stroefheid, ten dele door een prikkelbaarheid, die hem een tekort aan belangstelling kwalijk deed verdragen.
De vele lessen die hij moest geven om aan een behoorlijk bestaan te komen, lieten hem eerst weinig tijd en kracht voor meer studie dan het bijhouden van zijn vak. Toen hij in Leiden kwam was hij dan ook nog steeds niet gepromoveerd. Voor het, in overleg met Verdam, gekozen onderwerp, een nieuw woordenboek op Bredero, had hij wel veel materiaal verzameld, maar de uitgave van een werk van de omvang die hij zich gedacht had, moest inmiddels economisch onbereikbaar geacht worden. In de omschakeling op een van een uitvoerige en grondige inleiding, vele aantekeningen en een woordenlijst voorziene uitgave van Bredero's kluchten kan ik geen verlies zien.