D. Bonthuis Tonkes
(Solwerd, 25 Januari 1881 - Groningen, 1 Mei 1943)
Geboren te Solwerd uit een bekende Groningsche familie ontving D. Bonthuis Tonkes zijn schoolopleiding te Enschede, waar hij de H.B.S. bezocht.
Daarna ging hij, onder invloed van zijn omgeving, over naar de aldaar gevestigde Textielschool maar, inziende dat zijn ambitie meer lag op machine-technisch gebied, liet hij zich inschrijven aan de Technische Hochschule te Zwickau.
Hier behaalde hij in 1902 het ingenieurs-diploma.
Na deze voleindigde studie deed hij een reis naar Amerika, en werkte hij een jaar op de Solwayfabrieken te Detroit.
Nog altijd had hij zijn rechte bestemming niet gevonden, tot hij in aanraking kwam met de heer J. Brons, die een klein fabriekje in Farmsum (gemeente Delfzijl) exploiteerde.
In dit fabriekje werd - naast reparatiewerk - ook een ruw-oliemotor van eigen vinding gefabriceerd.
Eerst per correspondentie, en daarna na zijn terugkeer uit Amerika door persoonlijk contact met de uitvinder en diens werk in aanraking gekomen, groeide zijn belangstelling voor deze motor en zijn maker, van welke beide Tonkes een zeer gunstige indruk kreeg, die gaandeweg tot enthousiasme groeide.
Een korte speciale studie op motorengebied gaf hem de overtuiging dat de nieuwe ruw-olie motor toekomst had.
Toen nam hij het aanbod tot samenwerking aan en enthousiast als hij was, gaf hij zich direct geheel aan het nieuwe plan, en dit niet alleen in woorden, maar vooral ook in daden.
Een nieuwe Naamlooze Vennootschap werd opgericht, waarin Tonkes een zeer beduidend kapitaal stak, daarmede zijn vertrouwen in de toekomst van de nieuwe motor en de zaak bewijzende.
Het bleek later hoe goed hij dit had gezien, want de Appingedammer Bronsmotorenfabriek te Appingedam, wier product thans over de gehele wereld vermaard is, is een grote, bloeiende instelling geworden. Maar toen was het een waag, en als Tonkes de stoot er niet aan gegeven had door zijn geld, vertrouwen en werklust er aan te schenken dan zou het de vraag zijn geweest, of de onderneming van de heer Brons wel die vlucht zou hebben genomen, die zij verdiende.