een kapitaal hem door een tot heden niet bekende gever ter hand gesteld. Aan dit perskantoor was tevens een inlichtingendienst verbonden, waarvan Rompel de leiding had en dat nog jaren lang na de Anglo-boerenoorlog over de wereld inlichtingen over het Zuidafrikaanse volk verspreidde.
Op uitnodiging van Dr Engelenburg keerde Rompel met zijn echtgenote in 1912 naar Zuid-Afrika terug en nu voor goed. Aan ‘Die Volksstem’ werd hij belast met de behandeling van buitenlandse aangelegenheden. Tijdens de eerste wereldoorlog verrichtte hij aan dit blad belangrijke journalistieke arbeid. Zijn uiteenzettingen deden het aantal lezers van ‘Die Volksstem’ in grote mate toenemen, maar waren niet steeds naar de zin van de Afrikaanse pers. Meer dan eens werden over hem klachten ingediend bij de overheid, maar Rompel ging onverschrokken voort. Na de oorlog vernam hij, dat hij meer dan eens op het punt gestaan had geïnterneerd te worden.
Op 1 Februari 1921 veranderde Rompel van woonplaats, toen hij tot technisch redacteur van ‘Die Burger’ te Kaapstad benoemd werd, met uitnodiging de redactie te reorganiseren. Met vaste hand voerde hij deze taak uit en droeg in hoge mate tot de bloei van dit blad bij. In 1928 legde hij deze functie neer om zich uitsluitend aan de rubriek buitenlandse zaken te wijden. Ook hier blonk hij, evenals bij ‘Die Volksstem’, uit. Toen het hem niet genoeg werk meer gaf, behandelde Rompel een rubriek Van Alle Kanten er bij (VAK), waarin hij op populaire wijze de lezers wist te boeien met allerlei berichten, waardoor hij de bijnaam van ‘Jan Snuffelaar’ kreeg. Ook in het bekende weekblad ‘Die Huisgenoot’ verschenen talrijke bijdragen van zijn hand.
Nadat zijn echtgenote hem op 30 October 1919 in Kaapstad ontvallen was, trad hij in 1920 voor de tweede maal in het huwelijk, met Anna Breek, een bekende Pretoriase. Zijn in Dordrecht geboren zoon uit het eerste huwelijk, Dr Hans Rompel, psychiater en thans een bekend journalist daarbij, heeft de voetstappen zijns vaders gedrukt. Uit zijn tweede huwelijk werden nog één zoon en vijf dochters geboren.
Lange tijd heeft Rompel de Zaterdagse inleidingsartikelen in zijn krant geschreven, waarin hij een beroep op de goede hoedanigheden van hart en ziel van de lezers deed. ‘'n Man wat dergelike wyse lessen kon skryf, moes self 'n goeie mens gewees het’, schrijft men in Zuid-Afrika. En dat was hij. Een eerste klas collega, levendig, beweeglijk, uitgesproken in zijn oordeel, waarbij hij niemand ontzag, maar steeds een vriend