correspondentie uit te stellen, vertraagde somtijds den gang van zaken. Maar plichtsgetrouw verscheen toch 27 1/2 jaar lang omstreeks het begin van de maand het door zoo velen met belangstelling afgewachte blad, waarvan het aantal lezers tijdens Lucassen's redactie werd verdubbeld.
Heeft Lucassen dus een kwart eeuw de leiding gehad bij de verheffing van de genealogie- of geslachtkunde tot hulpwetenschap van historie en rechtshistorie, nog juist heeft hij aan het einde van zijn leven de barensweeën medegemaakt van het ontstaan van de sibbekunde, welke de geslachtkunde als zelfstandige het volk dienende wetenschap opeischt. Hoe moeilijk het voor Lucassen, die een autoritair man was, ook moet zijn geweest, hij heeft ook hierbij veel begrip getoond voor de teekenen des tijds en heeft medegewerkt het genootschap, waarvan hij, sinds den dood van Jhr. W.A. Beelaerts van Blokland, tevens voorzitter was, onder te brengen in een grooter verband, nl. het ‘Verbond voor Sibbekunde’, dat de genealogie in meer het geheele volk rakende banen heeft geleid.
Lucassen heeft het gedurende zijn lange loopbaan als redacteur niet steeds gemakkelijk gehad. Een redacteur toch maakt zich vijanden, veelal personen wier ijdelheid op de een of andere wijze is gekwetst. Zoo zijn er tijdens zijn redacteurschap ettelijke causes célèbres geweest, waarbij Lucassen steeds op de bres stond voor de genealogische eerlijkheid, voor de deugdelijkheid van af te drukken stamreeksen. Hij had daarbij een merkwaardige gave zich op ieder terrein tot in finesses in een zaak in te werken, aan te voelen, waar de moeilijkheden verscholen lagen. Daarbij werd hij geholpen door een sterk geheugen, dat hem de kleinste details deed onthouden.
Het Nederlandsch Genootschap voor geslacht- en wapenkunde verloor door zijn onverwacht heengaan op 24 April 1941 in hem dan ook een uiterst bekwaam hoofdredacteur, die zijn redacteurschap belangeloos als levenstaak vervulde en een gezaghebbend en onpartijdig voorzitter, wiens plaats nauwelijks is te vervullen.
Zijn verdiensten werden door de Regeering erkend door zijne benoeming tot officier in de Orde van Oranje Nassau.
Wie Theo Lucassen beter kende, het voorrecht had tot zijn vrienden te behooren, mist in hem in de eerste plaats den trouwhartigen, opgewekten, bescheiden en volkomen onpartijdigen en eerlijken kameraad.
Th. van Rheineck Leyssius
Een lijst van publicaties in ‘De Nederlandsche Leeuw’, Maandblad van het Kon. Nederl. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, vindt men in Jrg. LIX, No. 5 (Mei 1941) van dat blad.