In 1896 werd hij ook leraar aan het Openbaar Gymnasium. Drieëndertig jaar heeft hij in de Overijselse hoofdstad het Middelbaar Onderwijs gediend en zevenentwintig jaar daarnaast aan het Voorbereidend hoger onderwijs zijn krachten gewijd.
In 1923 werd hem wegens gezondheidsredenen pensioen verleend, waarna hij, sinds 1932 woonachtig te Breda, temidden van zijn boeken nog bijna twintig jaar een rustige levensavond genoten heeft. Een ziekte van de ouderdom, staar, heeft hem helaas in de laatste jaren het lezen eerst moeilijk en toen onmogelijk gemaakt.
Het spreekt vanzelf, dat bij een overzicht van Talen's leven in de eerste plaats zijn werkzaamheid als leraar naar voren treedt. Als ik mijn eigen herinneringen naga, staat mij de minutieuse volharding weer voor de geest, waarmee hij ons de Duitse taal leerde; maar vooral ook de toewijding, waarmee hij er naar streefde, ons enig inzicht in de Duitse letterkunde te geven. In korte, zorgvuldig voorbereide inleidingen behandelde hij de hoofdzaken uit de bloeitijd van omstreeks 1200, dan uit de tijd van Luther en vooral ook uit de eeuw der klassieken, die hem lief waren. Wij lazen stukken van Goethe of Schiller en hij wist ons voor de 19e eeuw tot eigen lectuur op te wekken. Toentertijd bestond aan de H.B.S. nog de openbare les bij de overgang, in tegenwoordigheid van de Commissie van toezicht; het is mij bijgebleven, dat wij bij de promotie naar de 5e klas voor het Duits o.a. over Lessing's Laokoon geexamineerd zijn. Talen was, als fijn en gevoelig man, een leraar, die nooit streng optrad en ongaarne strafte en toen de H.B.S. klassen steeds groter werden, heeft hem dat wel eens moeilijkheden bezorgd; maar hij had hart voor zijn leerlingen en vond bij velen waardering. Ze zochten hem later nog dikwijls op, als ze bijv. al student waren en ik herinner mij gezellige avonduren in zijn huis in de Koestraat, waar hij zich in de studeerkamer bij een goed glas Rijnwijn over professoren en colleges in Groningen liet vertellen. Met verschillende oud-leerlingen is Talen zo tot op hoge leeftijd trouwe vrienden gebleven, o.a. met Prof. N. van Wijk (Leiden), Prof. Leo Polak (Groningen), Prof. Ubbink (Groningen), Dr ten Doesschate (Zwolle), Dr ten Doesschate (Utrecht) en anderen.
Maar Talen was meer dan schoolman alleen. De studiejaren in Groningen onder Prof. Sijmons' bezielende leiding hadden een stempel op zijn leven gedrukt en steeds heeft hij contact met de wetenschap gehouden. Hij volgde geregeld de beste Duitse wetenschappelijke tijdschriften, zowel op taalkundig als op letterkundig gebied, en verwierf zich lang-