| |
| |
| |
| |
Levensbericht van Cornelis Easton
10 September 1864-3 Juni 1929.
Hoeveel er ook reeds geschreven moge zijn over Easton's beteekenis, in deze reeks mag zijn levensbericht niet ontbreken, want hij droeg onze Maatschappij een warm hart toe, bezocht gaarne haar bijeenkomsten, voelde zich ‘letterkundige’ en was dit inderdaad, niet alleen omdat hij een voortreffelijk journalist was, een uitnemend stylist, maar ook in meer letterlijken zin: hij heeft de beweging van '80, zij het dan van uit de verte, zeer intens meegemaakt en over haar geschreven, hij had een zeer uitgebreide litteratuur-kennis en een zeer scherpen blik ook op dit gebied. Evenwel, waar Easton's beteekenis elders reeds zoo uitvoerig is besproken en i.h.b. in het Haagsch Maandblad - November 1929 - naast schrijver dezes, nog drie anderen deze hebben belicht, daar kan hier met een kort woord worden volstaan.
Cornelis Easton is 10 Sept. 1864 in Dordrecht geboren. Hij heeft de H.B.S. aldaar doorloopen, in 1881 eind-examen gedaan, vervolgens een jaar Latijn geleerd en is daarna naar Delft gegaan om opgeleid te worden voor den Indischen dienst. Die studie werd na eenigen tijd afgebroken en Easton aanvaardde de studie voor het M.O. examen Fransch, dat in 1886 werd afgelegd. In 1888 vangt Easton's journalistieke loopbaan aan: hij wordt correspondent der N.R. Ct. in Dordrecht en vestigt als zoodanig sterk de aandacht op zich door zijn zeer bijzondere artikelen over de in die dagen moderne schilderkunst. In 1891 wordt hem de hoofdredactie der Dordrechtsche Courant opgedragen en daarnaast werkt hij mede aan de (gele) Amsterdammer van de Koo en aan de Portefeuille, terwijl hij van 1889 tot 1906 het maandblad Europa redigeert, waarin hij onder het pseudonym Cenatos boekaankondigingen geeft. In April 1895 verlaat hij Dordt en wordt opgenomen in den redactiestaf der N.R. Ct., verzorgt een deel der Buitenlandsche rubriek, schrijft populair wetenschappelijke artikelen, hoofdartikelen en redigeert de rubriek Wetenschappen. In 1903 verleent de Groningsche Universiteit hem het eere-doctoraat in de sterrekunde en in 1906 wordt hij Ritter's
| |
| |
opvolger als hoofdredacteur van het Nieuws van den Dag, blijft dit tot Mei 1923, d.i. tot de opheffing van het Nieuws. Daarna vestigt hij zich in Scheveningen, komt in de redactie van de Haagsche Post en richt, met den heer van Os, het Haagsch Maandblad op. Op 5 Februari 1891 is hij gehuwd met Elizabeth Theresia Visser, uit welk huwelijk twee kinderen geboren zijn. Op drie Juni 1929 is Easton overleden.
Ziedaar de droge feiten, die, als men ze zoo achter elkander opsomt weinig of niets zeggen omtrent Easton's waarachtige beteekenis. Menschen met een carrière als hier beschreven wordt, zijn niet zoo zeldzaam, maar menschen als Easton wàs, zijn er slechts zeer enkelen. Want zoowel als journalist, als ook naast zijn journalistiek, was hij geleerde en artist beide en hij heeft door de combinatie van al zijn kwaliteiten een leven weten te maken, zoo harmonisch en zoo vruchtdragend als slechts zeer weinigen gegeven is. Doordat hij geen officieel-wetenschappelijke opleiding heeft genoten, nooit een officieel-wetenschappelijke betrekking heeft bekleed, is hij vrij geweest om gedurende heel zijn leven dat wetenschappelijke werk te verrichten, waartoe hij in een bepaalde periode zich het meest aangetrokken voelde. Als jongen is dit al begonnen, toen Jules Verne en Flammarion de hartstocht van het willen begrijpen en willen leeren kennen bij hem hadden opgewekt en de sterrenhemel reeds werd afgezocht; en de journalist heeft geen tijdperk in zijn leven gekend waarin niet, naast het lichaam- en zenuw-sloopende werk, aan een grootsche wetenschappelijke taak werd gewerkt. En alom, op elk gebied dat hij betreden heeft - sterrekunde, weerkunde, aardrijkskunde - heeft deze ‘dilettant’ baanbrekend werk verricht: de technici in die verschillende takken van wetenschap hebben het getuigd, tijdens zijn leven en na zijn overlijden, en wie ooit met hem gepraat heeft, weet, dat het niet anders zijn kon, omdat zijn geest scherper was dan die van anderen, zijn blik dieper zag, hij nimmer op gezag aannam, maar steeds zelf zocht en langs eigen wegen tot eigen conclusies kwam.
Op een van de papieren die na Easton's dood uit zijn schrijftafella voor den dag gekomen zijn, is het volgende citaat van Jules Verne door hem overgeschreven: ‘Le besoin de faire oeuvre qui dure, qui lui survive, est la signe de la superiorité de l'homme sur tout ce qui vit ici-bas. C'est ce qui a fondé sa domination et c'est ce qui la justifie dans le monde entier’. Die woorden teekenen Easton ten volle, geven het levensbeginsel weer, dat zijn streven heeft beheerscht. En hoe schitterend is hij geslaagd: de lange lijst van zijn wetenschappelijke geschriften die hier volgen moge, bewijst het.
J.C. van Oven.
| |
| |
| |
Lijst der geschriften.
Sterrekunde.
1. | La Voie Lactée dans l'hémisphère boréal, gr. 8o. - Dordrecht, Blussé, Paris, G. Villars, 1893. |
2. | Sur la distribution appar.te d. ét.s dans une partie de la V.L. - Astr. Nachr. 137, no. 3270, 1894. |
3. | Over de verdeeling v.d. st. i.e. ged. van den Melkweg. - Versl. K. Ak. v.W. Amst. 1894/95, p. 183. |
4. | La distance de la Voie lactée. - Bull. Soc. astr. de France, Fevr. 1895. |
5. | On the distance of the Stars in the Milky Way. - Knowledge XVIII, no. 118, Aug. 1895. |
6. | Wereldsystemen. - Vragen van den Dag, Amsterdam, 1897. |
7. | Een kwart-eeuw exacte wetenschap (Jub. H.G.v.d.S. Bakh.). - N. Rott. Ct. 19 Dec. 1897. |
8. | (A. Pannekoek et C. Easton) Zones galactiques de Marth. 2 feuilles, av. corrns. - Rott. 1897. |
9. | Over de groepeering van de sterren in den Melkweg. - Versl. K. Ak. v.W. 1897/98, p. 381. |
10 | Richard Proctor's Theory of the Universe. - Knowledge, Jan. 1898, XXI, 147. |
11. | A. New Theory of the Milky Way. - Knowledge XXI, 149, March, 1898. |
12. | A New Theory of the Milky Way. - Astroph. Journal XII, 2, Sept. 1900. |
13. | Verre Werelden (Publ. Ast. Lab. Groningen I). - N. Rotterd. Courant 15 Oct. 1900. |
14. | La distr. d.l. lum. galact. comp. à c.d. ét. rel. brill, V.l. bor. - Astr. Nachr. Bd. 159 No. 3803, Jl. 1902. |
15. | Distant Worlds. A Review of rec. Stud. in Steller Distrib.n, I. - Knowledge XXV, 201, July 1902. |
16. | Distant Worlds, II. - Knowledge XXV, 202, August 1902. |
17. | La distrib.n d.l. lum. gal., comp. à la distr. d. ét. catal.s, V.l. bor. - Verhand.n. - K.A.v.W. VIII, 3, 1903. |
18. | Kosmogonieën. - Tijds. K.N. Aardr. Genootschap, 1903. |
19. | What is the Milky Way? - Knowledge XXVI, 213, July 1903. |
20. | Over de schijnb. verdeeling d. Nevelvlekken, en h. betr. t.M.W. stelsel. - Versl. K.A.v.W. Jl. 1904. |
21. | La distrib. d. néb.s et l. relations av. l. système galactique. - Astr. Nachr. 3969, 1904. |
22. | De zonsverduistering v. 30 Aug. 1905. - Het Album der Natuur, 1905. |
23. | Het Sterrenstelsel. - Vragen van den Dag XXI, 9, 1906. |
24. | Wat zijn de Sterren? - Elsevier's geïll. Mds. XVI, 11 Nov. 1906. |
| |
| |
25. | Zonnevlekken. - Buiten, I, 25, 2 Nov. 1907. |
26. | Prof. H.G.v.d. Sande Bakhuyzen (Bij portr. d. Haverman). - Elsev. XVIII, 4, Apr. 1908. |
27. | Wat zijn Nevelvlekken? - Elsevier's Mds. XVIII. 7, Juli 1908. |
28. | Over Lockyer's 35 j. zonneperiode. - Versl. K. Akad. v. Wet. 7 Apr. 1909. |
29. | Wat is de Melkweg? - Elsevier's Mds. XX, 1, Januari 1910. |
30. | La Comète 1910A. - Buiten, 5 Febr. 1910. |
31. | De zonsverduistering van 17 April 1912. - Ns. v.d. Dag 12 en 15 Apr. 1912. |
32. | A Photographic Chart o/t Milky Way & Spiral Theory. - Aph. J. XXXVII, 2, M. 1918. |
33. | De Melkweg. - Natuur en Vernuft, 2e Ser. I, Sept. 1917. |
34. | Prof. Kapteyn gehuldigd (40 j. hoogl.). - Nieuws v.d. Dag 22 Febr. 1918. |
35. | De relativiteitsleer en de donkere plekken i/d. Melkw. - Hemel en Dampkr. Nov. 1920. |
36. | J.C. Kapteyn 70 jaar. - N.v. Dag 18 Jan. 1921. |
37. | Discussie Easton, Nort, Pannekoek, Ned. Astron. Club. - H. en D. XIX, 3, 1921. |
38. | Pannekoek's Noordel. Melkweg. (Aankond.g). - Hemel en D. XIX, 3, 1921. |
39. | Prof. Kapteyn's nieuwe theorie. - Hemel en Dampkring, XIX, 7, Nov. 1921. |
40. | Drieduizend, 30.000 of 300.000 lichtjaren? - H. en D. XX, 2, Juni 1922. |
41. | Persoonlijke herinneringen aan J.C. Kapteyn. - H. en D. Aug./Sept. 1922. |
42. | Het Stelsel van Kapteyn. - Hemel en D. XX, 5, Sept. 1922. |
43. | De groote spiraalnevels naar v. Maanen. - H. en D. XXI, 2, Febr. 1923. |
44. | Het Wereldsysteem n.d. nieuwste onderz.n - Diligentia-voordracht, Jan. 1924. |
45. | Een Nederlandsche Columbus. - Haagsch Maandblad, I, 9, Sept. 1924. |
46. | Plassmann's ‘Milchstrasse’ (Aankond.g). - H. en D. XXII, 11, Nov. 1924. |
47. | Camille Flammarion †. - Hemel en Dampkr. XXIII, 7, Juli 1925. |
48. | De plaats van de Aarde in het Heelal (historisch). - Radio-Nuts-lezingen 27 Nov., 4 Dec. 1925. |
49. | Russell's nieuwe evolutie-theorie. - H. en Dampkr. XXIII, 10 Oct. 1925. |
50. | De nauwkeurigheid van de Mars-kaarten. - H. en D. XXIII, 12 Dec. 1925. |
51. | De Ned. Vereen.g v. Weer- en Sterrenkunde 1901-1926. - H. en D. XXIV, 9 Sept. 1926. |
52. | Newton herdacht. - Haagsch Maandblad, Jg. IV, 5, Mei 1927. |
53. | De Zonsverduistering van 29 Juni 1927. - H. Mdbl. Jg. IV, 7, Juli 1927. |
54. | Ons Orgaan (Hemel en Dampkring). - H. en D. XXVI, 8, Aug. 1928. |
55. | Eerherstel voor Ptolemaeus. - Hemel en Dampkr. XXVI, 9, Sept. 1928. |
56. | On the Distance of the Galactic Star Clouds. - Mon. Not. R.A.S. LXXXI, 3, Jan. 1921. |
57. | Correlation o.t. Distrib.n of Bright Stars & Gal. Light in Cygnus. - Bul. A. Inst. Neth. 27 Nov. 1, 1922. |
58. | William Herschel 1738-1822. - Hemel en Dampkring XX, 10, Oct. 1922. |
59. | Prof. H.G.v.d. Sande Bakhuyzen. - Hemel en Dampkring XXI, 1, Jan. 1923. |
60. | A Photographic Chart of the Northern Milky Way. - Monthly Not. R.A.S. 1929. (17. XI. '28). |
| |
| |
| |
Klimatologie.
61. | Schommelingen der zonswerkzaamheid en van het klimaat. - Verslagen Kon. Akad. v. Wet. Amst., Wis & Nat. Afd. (Verg. 26 Nov. '04).
[Engelsche tekst: Oscillations of the solar activity & the climate]. |
62. | Prof. Julius' theorie van de zon, in verband met aardsche verschijnselen. - Tijds. A. Gen. XXI, 6 (Nov. '04). |
63. | De zon en het klimaat. - Tijds. A. Gen. 1905. |
64. | Zur Periodizität der solaren und klimatischen Schwankungen. Petermanns Mitteilungen, VIII, 1905. |
65. | De koude winters in ons land (Pop. Wetensch. Kroniek XVII in het Nieuws v/d Dag, 8, II, 1912). |
66. | Afwijkingen en periodiciteit der Wintertemperatuur in West-Europa sedert het jaar 760. - Verslagen Kon. Akad. v. Wetensch., Amsterdam, XXV (Verg. 24 Fe. 1917).
[Engelsche tekst: Periodicity of Wintertemperatures in Western Europa, since AD. 760]. |
67. | Eine in den westeuropäischen Wintern nachweisbare grössere klimatische Periode. - Petermanns Mitteilungen LXIII, 1917, Juli. |
68. | Klimaatschommelingen en weervoorspelling. - Tijds. K.N.A.G. XXXIV, 1917, 5. |
69. | A Forecast of coming Winters. - ‘Nature’ Vol. 99, No. 2496, p. 524 (Aug. 30 1917). |
70. | IJswinters. - Nieuws v/d Dag 20 Mrt 1923. |
71. | Krijgen wij een strengen winter? - Nieuws v/d Dag 28 Nov. 1917. |
72. | Periodiciteit in wintertemperatuur. Voordracht o/d 2e Alg. Vergadering; Handelingen XVIIe Ned. Natuur- en Geneeskundig Congres, April 1919, Leiden. |
73. | Rangschikking der winters. Hemel en Dampkring XX, 1, Mei 1922. Met résumé in 't Fransch: ‘Classification des Hivers’. |
74. | Les Hivers dans l'Europe occidentale. Etude statistique et historique sur leur temperature; Leyde, Brill, 1928, 210 p. |
75. | Klimatologische studies, I. - Tijds. K.N. Aardr. Genootschap XLV, 2. |
76. | Periodische Schwankungen der Temperatur. Meteorol. Zeitschr. Wien 1929, Heft 5. |
| |
Geographie.
77. | Frans-Jozef-land. - Tijds. K.N. Aardr. Gen. XIV, 1897, p. 585. |
78. | Fr. Jackson op Frans-Jozef-land, - Tijds. A.G. XV, 1898, p. 245. |
79. | Het Panama-kanaal. - Tijds. K.N.A.G. XX, 1903. |
80. | Kosmogonieën. - Tijds. K.N.A.G. XX, 1903. |
81. | De zon en het klimaat. - Tijds. K.N.A.G. XXII, 1905. |
82. | De Aardrijkskunde aan de Nederlandsche universiteiten. - Tijds. A.G. XXIV, 6. |
83. | De strijd om de Noordpool (Peary en Cook). - Tijds. A.G. XXVI, 1906, 6. |
84. | De Antarktis (m. gr. kaart). - Tijds. K.N.A.G. XXX, 1913, 2. |
85. | A. de Bruyne †. - Tijds. K.N.A.G. XXXIII, 1916, 4. |
86. | Het Dordtsche probleem. - Tijds. K.N.A.G. XXXIV, 1917, 1. |
87. | Nieuw land in den Amerik. Pool-Archipel. - Tijds. A.G. XXXVI, 1919, 1. |
| |
| |
88. | De Aardrijkskunde en de Oorlog. - Tijds. A.G. XXXV, 1918, 2. |
89. | Het noordelijkste land ter wereld. - Tijds. A.G. XXXVII, 1920, 2. |
90. | De Macocha en de Katharina-grot in de Moravische Karst. - Tijds. A.G. XXXIX, 1922, 2. |
91. | Dr. A.A. Beekman. - Tijds. K.N.A.G. XLI, 1924, 4. |
92. | Een oude voorstelling van den St. Elizabethsvloed van 1421. - Tijds. K.N.A.G. XLII, 1925, 1. |
93. | Nederl. Centraal-Azië expeditie (de Visser's). - Tijds. A.G. XLII, 1925, 6. |
94. | Vijftig jaar poolonderzoek. - Tijds. A.G. XLIII, 1926, 1. |
95. | Nobile's avontuur. - Tijds. A.G. XLV, 1928, 5. |
| |
Werken op verschillend gebied.
96. | Jaren van Strijd, Scheltema & Holkema, 1917. |
97. | Jaren van Crisis, Naeff, 1923. |
98. | Italiaansche reisindrukken, Thieme, 1922. |
99. | Kleine Gids voor Italië, R.J. Leopold, 1927. |
100. | De journalist (met M.J. Brusse) Mork's Beroepsbibliotheek. |
|
|