duidelijk te maken. Terminologie is in de wetenschap onmisbaar, doch voor den beginner is zij gevaarlijk; want zij belemmert hem in 't begrijpen, verleidt tot een ijdel vertoon van woorden en dringt voor hem het wezen der zaak op den achtergrond. Als men op examens de candidaten vreemde munten ziet uitstallen, als: perceptie en apperceptie, allerlei soorten van belangstelling en van leertrappen, en men daarvoor gewoon kleingeld vraagt, blijkt al te dikwijls, dat zij maar weinig op zak hebben.’ Deze woorden kenmerken heel het streven van den auteur bij al zijn onderwijs.
Hoewel inderdaad naar dit zeer aannemelijk principe gebouwd, heeft het boek geen overweldigend succes gehad. Het was waarschijnlijk te klaar en eenvoudig voor onze schoolmeesters.
Meer succes had Leopold met zijn Duitsche schoolboeken. Zijn Hochdeutsche Sprachschule für Niederländer, Anleitung zum richtigen Gebrauch der deutschen Sprache verscheen in 1885. De laatste druk, dien ik er van ken is de dertiende. Ook van zijn beide deelen Deutsches Lesebuch für Gymnasiën, Höhere Bürgerschulen und Lehrer-seminare verschenen verscheidene drukken. Wat was mij vooral het tweede deel van dit leesboek dierbaar in mijn jonge jaren, niet nog zoo zeer om het Duitsch dat ik er uit leeren kon, dan wel om de rijke wereld van schoonheid en nieuwe ideeën, die mij er in werd geopend. Nog altijd blader ik met genoegen en dankbaarheid in dat oude, trouwe leesboek.
En dan verscheen in 1896 de Nederlandsche Spraakkunst door L. en Joh. A. Leopold, deel I, de leer van den zin. In het Voorbericht verklaren de schrijvers; ‘Het plan voor dit boek is reeds ontworpen in den tijd, toen wij nog aan dezelfde kweekschool belast waren met het onderwijs in het Nederlandsch’ en ‘de meening, dat op het gebied der syntaxis, door de groote taalgeleerden tot nog toe maar zelden betreden, veel traditioneels bestaat, dat noodig herzien dient te worden, gaven ons lust en moed, om het lastige en gevaarlijke werk uit te voeren’.
Het tweede deel, de etymologie, is nooit verschenen. Van het eerste zijn slechts weinige exemplaren verkocht. Het absoluut gebrek aan belangstelling in de onderwijswereld voor dit zeer oorspronkelijke boek is wederom een groote, pijnlijke teleurstelling geweest voor Leopold. Voor mij is het de eenige goede Nederlandsche spraakkunst die ooit verscheen. Frisch, met een helder logisch oordeel, onafhankelijk van alle traditie, plaatsen zich de schrijvers voor de feiten en verhoudingen en bouwen uit de levende taal, die zij ons voorleggen, hun systeem op, leeren inzien en volkomen begrijpen waarom men de leer van den zin kan beschouwen, zoo als zij het doen, wijzen op andere inzichten in sommige verschijnselen die eveneens verdedigbaar zijn. Dit is een boek, dat niet geloovig aangenomen moet worden; het dwingt den student tot zelfwerkzaamheid, tot eigen onderzoek.