als weekblad verscheen. Er was in die jaren op koloniaal gebied heel wat te doen, en Van Kesteren wist in zijn blad zijn denkbeelden met zooveel overtuiging te verdedigen, dat het spoedig een leidende positie onder de Indische bladen innam, vooral toen hij er in geslaagd was De Locomotief in een dagblad te veranderen. In zekeren zin kan men Van Kesteren beschouwen als de baanbreker van de z.g. ethische politiek op koloniaal gebied, een richting, die nog steeds door De Locomotief wordt voorgestaan.
In 1878 trad Van Kesteren af als dagbladleider en keerde naar Nederland terug; hij bleef echter directeur van De Locomotief.
Van Kesteren wenschte dat de Indische pers beter tot het moederland zou doordringen. Hij kon het weten hoeveel goede denkbeelden in de hoofdartikelen der Indische bladen werden geuit, die waard waren hier overwogen te worden. Hij wilde dus hier stichten een tijdschrift gewijd aan koloniale belangen, dat ook in ruime mate zou weergeven wat er ginds werd gepubliceerd. Gesteund door andere bekende koloniale mannen deed Van Kesteren De Indische Gids verschijnen, die onder zijne leiding al spoedig een goede plaats onder de toen zoo zeldzame koloniale tijdschriften wist te veroveren. Nog steeds heeft dit tijdschrift een rubriek, die een overzicht geeft van tijdschrift- en dagbladartikelen.
Wat Van Kesteren met de uitgifte van De Indische Gids beoogde vindt men in ‘Een woord aan den Lezer’ dat hij in de eerste aflevering van dat tijdschrift (1879) deed afdrukken. Wij lezen daar o.a.:
‘Met dit Tijdschrift wenschen wij, onafhankelijk van partijleuzen, in het belang van Nederland en de Kolonie werkzaam te zijn. Het is bestemd, om in Nederland en in Indië de nog zeer beperkte kennis van de Kolonie te helpen vergrooten, de kennis van haar bevolking en van hare maatschappelijke en economische toestanden vooral, en om daaraan nauwgezet de waarde van reeds ingevoerde, en het nuttige van andere hervormingsmaatregelen te toetsen. Het zal, hopen wij, ertoe bijdragen, dat het wederzijdsch vertrouwen tusschen Indië en moederland worde versterkt, en dat ginds en hier de overtuiging gewekt of bevestigd worde, dat met de handhaving van ons vaderland als koloniale mogendheid onze nationale eer is gemoeid, en dat het Nederlandsche gezag in Azië, zal het duurzaam op eerbiediging kunnen rekenen, standvastig en krachtig een regeeringsstelsel in practijk heeft te brengen, dat op degelijke kennis van land en volk, op gezonde economische beginselen en op de rechtvaardigheid berust.’
Wij hebben het elders reeds gezegd, wij herhalen het hier: een goed en klaar program. Achttien jaar heeft Van Kesteren aan de verwezenlijking van zijn koloniale beginselen gearbeid, terwijl in Indië De Locomotief dezelfde denkbeelden voorstond. In 1897 droeg Van Kesteren met een ‘Den Lezer Heil’ de hoofdredactie