Te zamen trokken zij naar het vrij afgelegene Mastenbroek, waar hij den eersten Zondag van het nieuwe jaar, 5 Jan. 1868, zich aan den dienst der Ned. Herv. Kerk verbond. Drie jaren later verhuisden zij naar Knijpe; in het naburige Langezwaag stond de bekende schrijver en spreker N.C. Balsem, met wien en wiens gezin de La Faille's zeer bevriend werden. Datzelfde voorrecht viel ons ten deel, gelijk reeds is herinnerd, toen zij in 1875 te O. en W. Blokker zich vestigden. Wij werden ring- en classisbroeders en, wat meer zegt, trouwe vrienden. Daar hun huwelijk kinderloos was, legden zij den weg van Blokker naar Schellinkhout een keertje meer af dan omgekeerd het geval kon wezen.
Na een vijfjarig verblijf verwisselde hij het dorp in N. Holland met eene stad in dezelfde provincie, namelijk Purmerend. Doch reeds den 15den Augustus 1886 meende hij zijne bediening te moeten nederleggen.
Eerst vestigde hij zich te Amsterdam, maar na eenige jaren te 's-Gravenhage, in de fraaie en gezellige woning Koninginnegracht 86. Zoo werden wij, die in 1913 hier ook gevestigd waren, nog een poos stadgenooten, en werd de band, door correspondentie en wederzijdsche bezoeken vastgehouden, versterkt.
Nog in de kracht zijns levens emeritus geworden, heeft hij niet nagelaten te woekeren met zijn tijd, te arbeiden met zijne talenten. Te Amsterdam wijdde hij zich aan ‘Liefdadigheid naar vermogen’ en was hij werkzaam aan de universiteits-bibliotheek. In Den Haag waren het ‘Armenzorg’, ‘Steun’, ‘Volksonderwijs’, ‘Licht, Liefde, Leven’, waaraan hij als lid of bestuurder zijne krachten gaf. Niet minder hulp vonden bij hem de Vereeniging der Vrijzinnig Hervormden en de Protestantenbond. Ook was hij eenige jaren hoofdbestuurder van de Evangelische Maatschappij. Maar het is vooral de pacifistische beweging geweest, welke hem, in vereeniging met zijne echtgenoote, na ter harte ging en schier al zijne krachten vereischte.
Alvorens daarvan te gewagen worden hier een drietal geschriften vermeld, reeds vroeger verschenen.
Als no 2 van den derden jaargang der Volksbibliotheek, uitgave van de Vereeniging tot handhaving en voortplanting van het liberale beginsel in de Ned. Herv. gemeente te Amsterdam, zag in 1876 van zijne hand het licht Het Jodendom vóór Jezus. Daarin wordt, aan de hand der nieuwe geschiedbeschouwing, het tijdperk na het einde van het profetisme tot aan Jezus geschetst; de wording, invoering, uitbreiding en versteening van de zgn. Mozaïsche wet beschreven.
Eveneens uit de Blokkersche pastorie kwam in Mannen van beteekenis 1879 zijn Pius IX, de beeltenis van den paus, die met liberale neigingen is begonnen en geëindigd met den Syllabus en de onfeilbaarheidsverklaring van het opperhoofd der Roomsche kerk.