jaar tot secretaris verkoos. Wie Rümke's ijverige werkzaamheid in dit opzicht wil leeren kennen, sla de Notulenboeken op, en zie hoe zij getuigen van een nauwgezetheid, een zorg, een netheid, die moeilijk overtroffen kunnen worden.
Het duurde niet lang of hij werd ook lid van de Commissie voor Volksbijeenkomsten. Vooral de werkzaamheden, hieraan verbonden, hadden zijne volle sympathie. Nooit was het hem te veel zijn tijd en zijne krachten te geven aan het organiseeren van die bijeenkomsten, waarin bekwame volksredenaars optraden of tentoonstellingen van bloemen en planten, door den werkman gekweekt, werden gehouden of muziek werd gemaakt, Wie hem dan zag en hoorde, bemerkte klaar, dat hij er met zijne gansche ziel bij was.
Zoo bleek ook zijne liefde voor de kinderen des volks, toen hij zitting genomen had in het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van geregeld schoolbezoek, van welk Bestuur hij in den laatsten tijd voorzitter was. Men moest hem zien, als hij den jaarlijkschen feesttocht naar Katwijk's strand en duinen medemaakte met de leerlingen der openbare en bijzondere scholen, die zich tot hun 12de jaar door getrouw schoolbezoek hadden onderscheiden. Dan speelde en stoeide hij met de kinderen: dan getuigden zijne eenvoudige en hartelijke toespraken van een warm kinderhart. Ook in andere genootschappen was hij met ijver werkzaam: in de Hollandsche Maatschappij van Fraaie Kunsten en Wetenschappen, het Zendelinggenootschap, de Vereeniging tot verspreiding van Stichtelijke Blaadjes, enz. In 1875 werd hij benoemd tot lid der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde. Maar niets trok hem zoozeer aan als hetgeen met het volk in onmiddellijk en rechtstreeksch verband staat.