vinden. Daar sleet hy met zijne gade en tweetal kinderen de laatste dagen van zijn nuttig leven, tot dat in het najaar van 1856 eene hevige borstkwaal hem aantastte, aan wier gevolgen hy den 9 May dezes jaars bezweek.
Ik, die sedert zijn studententijd hem kende en lief had, zou al te zeer in strijd handelen met zijnen nederigen geest, wanneer ik my hier niet van lofspraken onthield, waartoe de stof my voorzeker niet ontbreken zou. Van de blijdschap waarmede hy den dood te gemoed ging, getuigen zijne gesprekken, zijne laatste opstellen, brieven en korte dichtregelen, onder de hevigste benaauwdheden geschreven en als een kostelijke erfenis voor de zijnen achtergelaten. Hy heeft een hoogeren lof dan die uit menschen is, gezocht.
Van Duinen werd lid onzer Maatschappy in 1855. Zijne uitgegeven schriften zijn, behalve het hierboven reeds gemelde, eenige gelegenheidsleerredenen en verscheidene opstellen in onze godsdienstige tijdschriften:
De Bijbelgids, uitlegkundig Handboek voor Christenen. Gron. 1849.
Hy schreef voorts onder den griekschen naam Thineus, waarin hy in zijn studententijd zijnen naam vertaalde, zijne werken:
Ons Dorp, Schetsen en Teekeningen. Gron. 1846. Tweede druk 1848.
Reunie en Academiefeest, schetsen en mededeelingen. Gron. 1851.
De Kiezer en nog drie andere verhalen. Gron. 1856.
's Gravenhage, July 1857.
R. Bennink Janssonius.