Levensberigt van Ds. Hendrik van Heyningen.
Op den 4den Februarij 1851 leed de Hervormde Gemeente te Meppel het gevoelig verlies van haren Leeraar Hendrik van Heyningen, wien ook de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde sedert het jaar 1838 onder hare leden telde. Hij bereikte den ouderdom van 63 jaren.
Na zich met grooten lof aan de Leidsche hoogeschool te hebben voorbereid, aanvaardde hij in het jaar 1811 zijnen dienst te Langerak bezuiden de Lek en was in de jaren 1814 en 1815 Predikant bij het leger te velde. Van 1815 tot 1830 diende hij de gemeente te Rijswijk bij 's Graventage en werd toen te Meppel beroepen, alwaar hij zich tot den dag zijns doods in de algemeene hoogachting en liefde mogt verblijden. Het vertrouwen van zijne ambtgenooten en van Z.M. den Koning riep hem tot het Kerkbestuur van Drenthe, dat hij dikwijls op de Synode vertegenwoordigde, alwaar men hem, gelijk overal elders, als eenen man van uitgebreide kundigheden, van gematigde beginselen en van voorzigtigen ijver leerde waarderen. Naauwgezet in zijn dagelijksch werk, wist hij zich toch, door gepaste tijdsverdeeling, ook voor ruimer kring dan zijne Meppelsche gemeente, nuttig te maken door zijne talrijke geschriften, vooral in het vak der populaire uitleg-