ming tot lid van onze Maatschappij in den jare 1828. Hij heeft hare gedenkschriften wel niet met bijdragen van zijne hand verrijkt, maar hij toonde onder andere in eene uitvoerige beoordeeling van het werkje, door Dr. J.H. Halbertsma uitgegeven onder den titel: Letterkundige Naoogst (Gids 1841, No. 10, 11 en 12), dat hij onder de geleerde kenners van het nederduitsch verdiende geteld te worden.
Dergelijke taalstudiën en letterkundige spelingen op vaderlandschen en op vreemden grond, waren echter enkel uitstappen, wel niet buiten zijn eigenlijk gebied, maar naar meer afgelegene plaatsen van hetzelve, waarvan de Theologie het middelpunt bleef uitmaken. Tot deze wetenschap, door hem als de koningin van alle vereerd, had hij zich den toegang gebaand langs den weg der strenge philologie en historische kritiek, gelijk hij in zijne voortreffelijke redevoering, gehouden (8 October 1828) bij de aanvaarding van het Hoogleeraars-ambt: de Theologiae disciplina, prorsus litteraria, overtuigend bewees. Dat kan mede blijken uit zijne disputatio historico-critica de Sardanapalo, die hij in negentienjarigen leeftijd, onder voorzitting van den Hoogleeraar van Lennep, aan het Athenëum te Amsterdam, openlijk verdedigde, waardoor hij zijnen naam voor altoos op eene eervolle wijze hechtte aan het duister vraagstuk omtrent den genoemden Assyrischen Koning in de oude geschiedenis. Dezelfde grondigheid en uitgebreidheid van kennis, verbonden met scherpte van kritiek, welke dit proefschrift van zijn jeugdigen leeftijd, zelfs in 't oog van ervaren binnen- en buitenlandsche philologen, zoo gunstig onderscheidde, kenmerkte, alleen in hooger mate, ook zijne latere theologische studiën. Hij begon en volbragt dezelve onder het geleide van zijnen voortreffelijken vader en voorganger en van den beroemden van Hengel, destijds nog aan het Amsterdamsch Athenëum verbonden. Maar Koopmans gevoelde, dat hij, na het volbrengen van zijne studiën, nog maar op den drempel van het heiligdom zijner wetenschap stond, en dat er voor den Theoloog aan geen rusten te denken