Den dubbelden en vermeerderden Goese nachtegaal(na 1711)–Anoniem Goese Nachtegaal– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op den Selven. 'k BEschrey geen Dood van Keyser Konstantijn, Die als en Zonne-schijn, 't Benevelt Christdom door sijn glans verligten, Wanneer Makcent most zwigten. Maer 'k sprey nu Lijk Cipressen voor dien Helt, Die op Nephtunis Velt, Voor Zeeland streed, en Duynkerk ging betonen, Dat hier nog Helden woonen. Monsieur Vermeer gaet heen en roemt hier van, By Saus en Brittaman, Hoe gy de Blom van Zeeland hebt geslagen, Dat Middelburg doet klagen. 't Is om dien dap'ren Borrens, die betaelt heeft, [pagina 16] [p. 16] Natuurs schult, en behaelt heeft, Onwelkb're Palm in 't onvergank'lijk Hof, Maer ach het geeft ons stof, Tot treuren, laet u Rouw Canon nu daav'ren, Sijn lof de Digters klaav'ren, Ten top-punt van Pernas, het Zeeuws Gemeent, Beweent sijn kout gebeent. Maer heeft de schigt des doots hem weg-genomen Sijn Luytenant die toont hem als den Vromen, Ik wens dien Held staeg Tromp zijn dap're moet, En dan hier by de Ruyters Wijsheyt soet. G. de Vries. Vorige Volgende