Grondslagen voor een poëzie van morgen
Erik van Ruysbeek – 1957 (1ste druk)Auteur | Tekst | In | Jaar |
---|---|---|---|
Geert Buelens | ‘§ 5.5 Traditie en het neo-experimentele talent: De Meridiaan, De Derde Ruiter, taptoe, gard-sivik & Het Kahier Het werk van Van Ruysbeek, Van de Kerckhove, Snoek, Gysen, Gils, Pernath & Klein’ | In: Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie | 2008 |