Piem gaat uit bas-ket-bal
(1996)–Anne Zeggen– Auteursrechtelijk beschermdbas-ket-bal
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
kom je mee piem naar de sport-hal? dat vraagt den-nis den-nis woont naast piem.
hij speelt bas-ket-bal voor SNA. als hij van-daag wint dan is zijn klub kam-pi-oen. | |
[pagina 12]
| |
hoe laat speel je vraagt piem. om vier uur zegt den-nis. je komt toch echt hè?
ja ik kom zegt piem ik kom met ger-da no span je ziet ons wel.
het is ver naar de hal wel een half uur. wat een druk-te is het daar er zijn veel men-sen. | |
[pagina 13]
| |
piem koopt twee kaar-tjes één voor haar en één voor ger-da. ze gaan naar bin-nen en zoe-ken een plaats. kom snel. daar voor-aan is plaats zegt ger-da.
ze zit-ten. wat een ge-luk. kijk of je den-nis ziet zegt piem.
dan begint het SNA speelt met de Scha-kel.
en daar komt den-nis aan. den-nis lacht, hij ziet piem. daag piem, nu weet ik dat ik win want jij bent er. | |
[pagina 14]
| |
den-nis doet zijn best hij rent en rent. hup den-nis hup SNA zet hem op. er-in die bal er-in die bal dat roept piem.
ger-da roept ook die-fens roept ger-da die-fens, diefens dat doen ze ook op ATV. | |
[pagina 15]
| |
dan is het rust. de Scha-kel staat voor met drie pun-ten.
ik koop een schaaf-ijs en man-ja op a-zijn zegt ger-da, wat moet jij? neem voor mij een soft zegt piem. het spel be-gint weer. heen en weer gaat het. dan weer een punt voor SNA dan weer een punt voor de Scha-kel.
den-nis doet nog meer zijn best. hij gooit van ver raak! drie-pun-ten.
dan is het nog één mi-nuut de Scha-kel en SNA staan ge-lijk. | |
[pagina 16]
| |
al-le men-sen staan. den-nis heeft de bal. hij rent met de bal naar de bas-ket.
hij krijgt een duw en valt op zijn rug. dat is een straf-punt den-nis mag vrij gooi-en twee keer:
den-nis pakt de bal hij gooit één keer het is mis. | |
[pagina 17]
| |
boe-boe-boe doet de zaal. het zijn de men-sen van de Scha-kel.
den-nis pakt de bal weer hij gooit nog een keer nu is het raak. hoe-ra, hoe-ra, doet de zaal dat zijn de men-sen van SNA.
er gaat een fluit en het is voor-bij. SNA is kam-pi-oen den-nis komt naar piem. een kam-pi-oen moet een zoen zegt hij, dat hoort zo.
piem draait zich om ze lacht en ze krijgt een kleur. | |
[pagina 18]
| |
ik durf niet zegt ze. maar dan doet ze het toch heel vlug een zoen. en snel trekt ze ger-da mee kom ger we gaan naar huis. |
|