ontfangen, hébben my aangespoord en aangemoedigt van dit Treurspel, genaamt Demétrius, óf stryd tusschen de Liefde en het Staatsbelang; Uwen Ed. Achtb: loffelyken en grooten naam, met het diepst ontzag der waereld, toe te wyden, tót erkéntenisse van genootene verplichtingen. Demétrius Kóning van Ténedós, die het gemeene best meerder ten harte neemt, en hooger waardeert, als zyne tédere liefde, hoe diep zyne borst gegriefd is, door de onvergelykene schoonheid van zyne zielsheerschende Isméne.
Zó is 't altyd geweest met Uwe Wélëd. Groot Achtb: Voorouderen, de Hoofden van ons Land, die, met onvermoeide zórge en vlyt, de belangen van Staat en Stad, en het gemeene best meerder ten harten namen, en hooger waerdeerden, als hunne eigene wélvaaren; waar door