Gheestelijcke liedekens
(1582)–Joris Wybo– Auteursrechtvrij
[Folio 33r]
| |
C Nae die wijse vanden Slach van Greuelinghe.
ALle te samen aenhoort
Ghy Christenen ouer al Ga naar voetnoot+
Hoe datmen nv verstoort
D'wtuercoren ghetal
In dese Nederlanden
Sietmen nv soo ghebeuren
Gods kinderen verbranden
En brenghen int ghetreuren.
Men hoort nv anders niet
Dan druck aen elcken cant
Te Honschote soomen siet
Is nv groot iammer want
De Procureur verwoedich
Heefter neghen gheuanghen
De welcke als schaepkens goedich Ga naar voetnoot+
Al nae den slach verlanghen.
Al met seer groot ghewelt
Den tweeentwintichsten dach
In Sprockel tsy v vertelt Ga naar voetnoot+
Smorghens ten vijuen ach
Ses mans drye vrouwe persoonen
Ghecoort ende ghebonden
Gheworpen sonder verschoonen
In Muyten al warent honden.
O Godt van Hemelrijck
Sal dit niet nemen endt
Soo wert in groot versijck
Dijn Bruyt haestich gheschent
| |
[Folio 33v]
| |
Ga naar voetnoot+Van dit boose gheslachte
Beurijtse o Heere der Heeren
Dat sy by daghe en nachte
Mach dijnen lof vermeeren.
Ga naar voetnoot+Niemant en gheeft by danck
Dan dijn ghemeente soet
Die altijt met verlanck
Vwen Name prijset goet
En dijnen lof verbreydet
In alle hoecken der eerden
V Heylich Woort wtspreydet
En houdt in grooter weerden.
In al ons lijden groot
O Vader staet ons by
Dat wy tot in de doot
Vwen naem belijden vry
Voor Heeren ende Princieren
Ga naar voetnoot+Wilt onse mont en tonghe
Seer wijsselijck regieren
Voor elcken oudt en ionghe.
Ga naar voetnoot+Vreest niet o Broeders mijn
Haer dreyghen obstinaet
Al doetse v dobbel pijn
Als roock haer rijck vergaet
Die Hoere en haren Boel
Met al haer valsche Propheten
Werden haest in den poel
Al te samen ghesmeten.
Ga naar voetnoot+ Als eenen Meulensteen
Van bouen nederdaelt
Alsoo wert Babel onreen
| |
[Folio 34r]
| |
Wert dan niet meer verhaelt
Laet ons nv vrome knechten Ga naar voetnoot+
Lijf en leuen waghen
En voor de waerheyt vechten
Seer cloeck en onuerslaghen.
Oorlof aen arm en rijck
Int Hondtschotsche prieel
Al doetmen ons onghelijck
Die boose ontfaen haer deel Ga naar voetnoot+
O Broeders van Hondschoten
Aenmerckt dit iammer wesen Ga naar voetnoot+
Het bloedt dat werdt vergoten
Van Christi Bruyt ghepresen.
|
|