Gheestelijcke liedekens
(1582)–Joris Wybo– AuteursrechtvrijC Naer die Wijse. Een Vaste Borcht, oft ieuchet den Heere.
V Liet wech ghepeyns ende fantasie
Mijn siele wil v verblijden
Laet varen alle melancolije
Stelt alle druck besijden
Verheucht v in Godt Ga naar voetnoot+
Want hy is v Lot
En alleen v schoon erfdeel mede
Vol van bermhertichede.
Wel aen o Siele weest wel ghemoet
En wilt niet langher treuren
Betrout op Godt den Heere goet
Want sijn ghenade sal dueren
Tot inder eewicheyt
Ghelijck de Schrifte seyt
Ouer hen allen die hem vruchten Ga naar voetnoot+
Waerom wilt ghy dan suchten.
In doots noot heeft v God byghestaen Ga naar voetnoot+
| |
[Folio 23v]
| |
Ga naar voetnoot+Al tot verscheyden stonden
Doen v de doot hadde ommeuaen
En seer na by verslonden
Vwen Godt noch leeft
Die v seer lief heeft
In Christo sijnen lieuen Soone
Om sijn verdiensten schoone.
Betaelt den Heere dijn gheloften al
En wert danckbaer beuonden
Singhet hem een liedt met blijden gheschal
Sijn goetheyt wilt vermonden
Vergheet o Siele niet
Dat v is gheschiet
Al door Godts louter ghenade
Die v beurijdt van schade
Ga naar voetnoot+O Godt v sy Lof prijs en Eer
Voor alle dijne weldaden
Ghy sijt alleene mijn Godt ende Heer
Die my can wel beraden
En helpen inden noot
Jae oock inden doot
Hebt ghy my noyt o Heere verlaten
Spijt alle die my haten.
|