....................een groote schildpad. ‘Goede middag, Nanne.’ ‘Goede middag Schildpad, waar gaat U naar toe?’
‘Ik ga naar Luilekkerland.’
‘Luilekkerland?’ vraagt Nanne, ‘daar ben ik nog nooit geweest.’
‘O,’ vertelt de schildpad, ‘in luilekkerland groeien de appels als kinderhoofdjes zoo groot, de pannekoeken vliegen gebakken en wel in je mond ...........hé.........’ en hij zucht ervan.
Nanne zegt: ‘Wat zou ik daar graag naar toe willen.’
‘Dat is heel eenvoudig,’ antwoordt de schildpad, ‘klim maar op mijn rug. Ik neem je mee.
Maar houd je stevig vast, hoor.’