| |
| |
| |
[Het gouden prentenboek]
De 31ste Augustus van het jaar 1880 is wel een dag geweest om nooit meer te vergeten. Niet alleen omdat het de laatste dag van de zomer was en de zon nog eens extra
zijn warme stralen over Nederland uitgoot, maar ook omdat die millioenen Nederlanders meeleefden met het grote gebeuren op het koninklijk paleis in den Haag. Er zou een koninklijke baby geboren worden..... Wat zou het zijn; een prinsje of een prinses? Die gedachte hield het hele Nederlandse volk in spanning al dagen lang. Totdat, op de avond van de 31ste Augustus 1880, het koninklijk telegram verscheen waar op te lezen stond:
Een Prinsesje is ons geboren
en Wilhelmina is haar naam.
Zo is onze Koningin, die wij allen zo goed kennen, op de wereld gekomen. En blij dat het Nederlandse volk was! Ze hebben die avond gedanst en gesprongen tot diep in de nacht. ‘Lang leve onze prinses, lang leve Wilhelmien, lang leve het huis van Oranje!’
| |
| |
Hier zien jullie de kleine Wilhelmina te midden van bloemen uit de hollandse tuin. Haar grote baby-ogen begrijpen niets van al die vreugde Haar grote baby-ogen begrijpen nog niets van al wat haar als Koningin te wachten staat Ze ligt als een echte baby in haar wiegje, trappelt met haar blote voetjes en kijkt met haar grote baby-ogen vol verwachting naar de fles om haar gezonde baby-honger te stillen.
| |
| |
Na de dood van haar Vader moet Koningin Wilhelmina zijn opvolgster worden; Koningin der Nederlanden. Maar..... ze is nog geen 18 jaar Zo wordt haar Moeder Koningin-Regentes. Samen brengen zij bezoeken aan ons hele land, tot in de allerkleinste dorpen en gehuchten toe. Ook daar wonen mensen en een toekomstige Koningin moet haar land en volk leren kennen. In alle steden en dorpen worden Moeder en Dochter
| |
| |
hartelijk ontvangen. De vlaggen wapperen in de wind, de straten en pleinen zijn versierd en de Nederlanders juichen haar toe: ‘Lang leve Wilhelmina!’ De toekomstige Koningin vindt het heerlijk om onder haar volk te zijn. Zo kleedt zij zich dikwijls in de klederdracht van de streek die zij bezoekt. Omdat zij lief en jong is staan die kostuums haar uitstekend. Hier zien jullie haar als friezin gekleed.
| |
| |
Op een van die tochten is eens iets verschrikkelijks gebeurd. Luister! Een van de paarden schrok van het wapperen der vlaggen en beiden sloegen op hol. De koetsier is van de bok gevallen en zonder bestuurder holt het span verder in razende vaart. Hoe moet dat aflopen? Maar Anton Kabelaar, een flinke jongen springt op de paarden af, hij laat zich meesleuren en zo brengt hij de wilde paarden tot staan.
| |
| |
Als aanstaande Koningin gaat Wilhelmina ook naar het buitenland om daar regeerende vorsten te beroeken.
En hier zien jullie Koningin Wilhelmina als 15 - jarig meisje, als de jongste Koningin, op visite bij de oudste Koningin ter wereld, Koningin Victoria van Engeland.
| |
| |
Zo vliegen de jaren om. De Koningin wordt 18 jaar. Nu zal haar kroning tot Koningin der Nederlanden weldra aanbreken. Het hele Nederlandse volk heeft mee Zij houden van haar en willen haar huldigen en dat gebeuren tot een onvergetelijke dag maken. Hier boven zien jullie haar portret Het haar al opgestoken als een echte Vorstin.
| |
| |
Bij de gedachte aan haar aanstaande Kroning, denkt de kroonprinses dikwijls aan haar Moeder en aan haar Vader, die jullie hier boven ziet afgebeeld. Zij gaat in haar gedachten nog verder en ze denkt aan haar voorouders, haar Grootvader Willem II en haar Over - Grootvader Willem I, die hun volk altijd een voorbeeld zijn geweest. Zo wil ook zij als een Oranje dit roemrijke geslacht trouwblijven.
| |
| |
De herauten trekken door ons land, en voor het stadhuis van iedere gemeente blazen zij op hun trompetten, ontvouwen de perkament rollen en lezen met luide stem: ‘Boeren, burgers en buiten lui. Heden 31 Augustus 1898 is onze prinses Wilhelmina 18 jaar geworden en zij zal op 6 September aanstaande te Amsterdam worden gehuldigd als onze Koningin. Zegt het voort, zegt het voort!’ En de Hollanders zeggen het voort te- | |
| |
gen
ieder die het maar weten wil. Alle provincies vieren feest in hun versierde steden en dorpen. Ze houden optochten voor de grote mensen, maar ook voor de kinderen. Ze zetten gekleurde mutsen op en dikke neuzen op hun eige neuzen en 's avonds branden de lampions en dansen ze rondom de Oranje-boom. Het is feest, het is feest zoals er nooit een feest geweest is. ‘Lang leve onze Koningin, hiep, hiep, hoera!’
| |
| |
Jullie hadden natuurlijk ook wel een van die kinderen willen zijn, die langs de spoorbaan Den Haag-Amsterdam woonden, want zij konden in de middag op 5 September 1898 onze Koningin Wilhelmina, in haar koninklijke trein, naar Amsterdam zien rijden. Zij konden zo dicht als ze zelf wilden bij het hek gaan staan. Er was geen politie die hen op een afstand hield.
Wat hebben ze met hun zakdoeken gewoven. Wat hebben ze op hun papieren toeters geblazen tot ze geen lucht meer in hun longen hadden. En Does, de hond, moet toch ook van de partij zijn. Hij heeft nog wel zulke prachtige strikken om. ‘Lang leve onze Koningin!’ riepen ze, ‘Lang leve onze Koningin!’ en...... de jonge Koningin heeft hartelijk terug gewoven.
| |
| |
In Amsterdam vindt in de oude statige Nieuwe Kerk de luisterrijke inhuldiging plaats. Omgeven door koningen en koninginnen uit het buitenland, ministers, generaals, raadsleden en andere hoge persoonlijkheden uit de hofhouding zit Koningin op de troon waarop ook haar roemrijke voorouders als koningen gezeten hebben. Naast haar haar Moeder, Koningin-Regentes Emma.
Wat zit ze daar fier de jonge Koningin. Hier wordt haar de grote taak om een volk te regeren in de handen gelegd. In haar jonge handen, achttien jaren oud.
En mooi dat de oude kerk versierd is. Niet te vertellen zo mooi! Vol vlaggen en palmen en bloemen. Vol feestelijke tooi om de jonge Koningin te huldigen op deze grote dag.
| |
| |
De enthousiaste Amsterdammers hebben hun stad prachtig versierd. Maar vooral de Dam, waar het koninklijk paleis en de Nieuwe Kerk vlak bij elkaar staan.
De Noordzee-vissers hebben van hun netten een dak gespannen vanaf de Nieuwe Kerk tot de ingang van het paleis. Daaronder loopt de jonge Koningin tussen een erewacht van militairen. Op dat moment komt een witte duif gevlogen en gaat zitten op de bal ustrade van het paleis.
| |
| |
En 's middags maakt Koningin Wilhelmina haar eerste tocht als Koningin door Amsterdam in de gouden koets, precies als in een sprookje. Millioenen mensen staan langs de weg afgezet door politie in groot uniform. Ze zijn uit alle delen van ons land gekomen om hun Koningin toe te juichen. Af en toe kan de politie de enthousiaste menigte niet tegenhouden en ze dringen zich rondom het gouden rijtuig. ‘Lang leve onze Koningin, hiep, hiep, hoera!’
| |
| |
Hier zien jullie de jonge Koningin nog eens, maar nu in het kostuum van haar huldiging. De hermelijnen mantel om en kost bare diamanten in het haar. In dit prachtige kleed is zij gehuldigd als Koningin der Nederlanden.
| |
| |
De goede engeltjes, die iedere Koningin beschermen zeggen tegen elkaar: ‘Moet een Vrouw alleen zo'n land besturen? Dat kan toch niet, zij moet toch een steun hebben?’
En ze denken ernstig na, totdat één van die goede engeltjes opeen idee komt. ‘Kijk!’ zegt hij, ‘er staat een groot kasteel in Schwerin, in Duitsland. Daar woont een prins, zou........... zou....... die prins.............. niet...............................’
| |
| |
En ja hoor! Prins Hendrik wordt de verloofde van onze jonge Vorstin. Na een korte verloving volgt al spoedig het huwelijk. Een huwelijk zoals alleen een Koningin kan meemaken. Vol pracht en praal rondom twee gelukkige harten. Een huwelijk vol telegrammen, bloemen, de meest kostbare cadeaux, uit binnen- en buitenland.
| |
| |
Voor de huwelijks-vacantie trekt het jonge paar naar Het Loo. Daar rijden ze paard, daar wandelen ze in de prachtige parken, daar hebben zij een overgelukkige tijd.
En de Koningin-regentes wordt ook al een jaartje ouder. Haar taak is gedaan, zij verdient een rust en zo trekt zij zich terug op het Paleis Soestdijk.
| |
| |
Op het wapen van Den Haag, de stad waar Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik zijn gaan wonen, staat een grote ooievaar. En het is die ooievaar, die op 30 April 1909 op het paleis Noordeinde een lieve kleine baby komt brengen. Een prinsesje!
En hier zien jullie de kleine Juliana in de armen van haar Moeder. En jullie zien de wieg en Prins Hendrik als de trotse Vader en achter de wieg die ooievaar, die deze eer te beurt viel.
| |
| |
5 Juni 1909 wordt Juliana gedoopt in de Willemskerk te Den Haag. Het is de Grootmeesteresse Mevrouw Groenincx van Zoelen, die de kleine prinses naar het doopvont mag dragen. De kerk is vol buitenlandse vorsten, ministers, generaals en dames en heren uit de hofhouding. De kleine Juliana heeft niet één keer gehuild en dat is heel flink voor zo'n kleine peuter tussen al die vreemde mensen.
| |
| |
| |
Enige bladzijden uit de fotoalbum van Prinses Juliana.
Bij haar Oma komt de Prinses wel heel graag op bezoek.
Juliana moet Oma altijd voorlezen en dat is leuk!
Haar Vader is wel heel erg blij met zijn dochter Ze groeit als kool en is een zonnetje in het grote paleis. Zo kan ze lachen en kraaien, die kleine Prinses.
Maar de kleine Juliana is wel echt haar Noeders kind Hier laat de Koningin jullie haar baby dan ook met trots zien.
Wat vinden jullie wel van haar?
Hier zien jullie de nieuwe zomerjurk van Prinses Juliana. Haar zomerhoed draagt zij ook voor het eerst. Zo'n grote hoed was toen mode en het staat de Prinses reuze goed, vind je niet? Weten jullie dat Prinses Juliana zo graag in een bootje voer in de hof vijver? En dan niet roeien maar bomen, zoals de grote mensen doen. Zo kan ze dicht bij de waterlelies komen om hen in hun gele harten te zien, want deze drijvende bloemen hebben op haar een diepe indruk gemaakt.
| |
| |
Zo gauw er sneeuw gevallen is gaat de Prinses met haar Moeder sleeën. Dan gaan ze Oma halen. En zo, dik ingepakt glijden ze door de witte toverwereld.
En schaatsenrijden, dot moet de Prinses toch ook leren. Welk Hollands kind kan niet schaatsen? Prinses Juliana is heus wel gevallen ondanks de goed hulp en wijze lessen van de hofdames.
Hier zegt ze jullie, de lezers van dit boek, goeden dag! Wat wordt onze Prinses al groot en wat heeft ze al een lang haar.
Het wordt al een hele jonge dame.
Met haar Moeder wandelen doet ze heel graag. Vooral als het zomer is en de bloemen bloeien. Dan vertelt de Koningin haar van alle soorten die in de paleis tuin staan en dat zijn er heel veel! En om de bloemen niet te vergeten, plukt ze er een bouket van - 's Avonds voordat ze naar bed gaat mag de Prinses nog eren op haar Vader's knie komen zitten. Dan gaan ze samen lezen en plaatjes kijken uit Juliana's liefste boek
Zo groeit Prinses Juliana op.
| |
| |
Het leven van onze Koningin kan niet altijd vol zonneschijn zijn. De wereld oorlog 1914-1918 breekt uit. Een grote onweerswolk is over ons land gekomen en roept alle mannen naar de grenzen om ons land te verdedigen en buiten een verschrikkelijke oorlog te houden. Het is onze Koningin, die met de soldaten meeleeft en hen in hun loopgraven bezoekt.
| |
| |
Het is ook onze Koningin, die ons land open stelt om de duizenden Belgische vluchtelingen een veilige haven te bieden. De arme stakkers hebben door de oorlog hun huis moeten verlaten en moeten vluchten voor kanongebulder, alleen meenemend wat hun het dierbaarst is.
Het is onze Koningin, die de Hollanders oproept om deze mensen gastvrij op te nemen.
| |
| |
‘Maar na regen komt zonneschijn!’ luidt het oude, Hollandse spreekwoord, want niet alleen eindigt in het jaar 1918 de oorlog, maar in 1923 viert Hare Majesteit de Koningin haar 25-jarig regerings jubileum. Vijf en twintig jaar heeft Zij ons land geregeerd in voorspoed en geluk.
| |
| |
Na deze 25 jaar volgt in 1938 het 40- jarig regerings jubileum En op deze bladzijden herdenken wij deze 40 jaar en kijken naar de postzegels die al die jaren Haar beeltenis gedragen hebben We kijken naar de witte duif, die haar kroning kwam opluisteren met zijn plotseling bezoek - en wij zijn deze vredesduif dankbaar omdat hij onze Koningin een idee gegeven heeft om haar volk tegen oorlog te bewaren
| |
| |
En de zon bleef schijnen, ook toen Prinses Juliana op haar 18e jaar in de Staten Generaal gehuldigd werd als de toekomstige troon-opvolgster. Haar vlaag wapperde fier boven het oude gebouw, het Binnenhof in den Haag.
Thuis moest zij 18 kaarsjes aansteken die op de taart stonden, die haar Moeder had laten bakken. 18 kaarsjes dat is veel, vind je niet?
| |
| |
Wie reed met zijn Fordje op 8 September 1936 voorde ingang van het paleis Noordeinde? Nu, wie was dat? Het was Prins Bernhard, de verloofde van de Prinses. J-B schilderde men toen op de pleinen en straten op de huizen en overal. Juliana en Bernhard, twee harten die elkaar gevonden hebben.
Wij feliciteren U van harte!
| |
| |
Het volgende jaar, op de 7e Januari 1937 vind het huwelijk plaats. Ook Zij rijden in de gouden koets zoals het bij konings. kinderen hoort. Ook Zij worden toegejuicht door alle Nederlanders op hun glorieuze tocht door Den Haag.
‘Lang leve Prinses Juliana, lang leve Prins Bernhard! Hiep, hiep, hiep, Hoera!’
| |
| |
Wie deze vier lieve kinderen zijn behoeft niemand jullie te vertellen.
| |
| |
| |
De zwartste bladzijde van dit gouden boek.
Op 10 Mei van het jaar 1940 valt Duitsland ons kleine landje binnen.
Parachutisten worden door vliegtuigen uitgegooid,
soldaten trekken met tanks onze grenzen over. Hitler heeft ons de oorlog verklaard. Al spoedig staat Rotterdam in brand en na enkele dagen blijkt dat ons kleine leger het tegen de overmachtige
vijand niet vol kan houden. Nederland capituleert op 15 Mei. Inmiddels is de gehele koninklijke
familie naar Engeland overgestoken en van onze torens wappert nu voortaan de vlag van de vijand.
In Engeland zet Hare Majesteit de Koningin de strijd voort door niet alleen het overgestoken leger aan de geallieerden aan te bieden, maar ook door ons via de radio het troostend woord te geven en ons aan te moedigen tot de ondergrondse strijd.
| |
| |
| |
| |
Nu onze Koningin weer in ons midden is en Zij eerstdaags haar Gouden Jubileum met ons gaat vieren en wij ter gelegenheid van deze grote gebeurtenis haar leven in dit gouden boek met elkaar hebben doorgebladerd moeten wij op de laatste bladzijden van dit boek Haar onze dank betuigen. 50 Jaar lang heeft zij als een moeder over ons gewaakt, als een lieve moeder over haar kinderen. Als Koningin gaat Zij ons eerstdaags verlaten en zal haar Dochter Prinses Juliana haar opvolgen. Het is onze wens, dat de Prinses een even goede Moeder voor ons zal zijn. Moge ook Zij ons bewaren voor oorlog en alle gevaren. Moge Zij gezond en gelukkig blijven te midden van haar volk. En wij besluiten dit boek met een dans en wij zingen: ‘Lang leve Koningin Wilhelmina, lang leve Prinses Juliana, lang leve het huid van Oranje, hiep, hiep, hiep, hoera!’
| |
| |
DIT ALBUM IS ONTSTAAN UIT DE SAMENWERKING TUSSEN DE UITGEVERIJ VAN DE JONGEREN.
ONTSPANNINGS-CLUB EN DE STICHTING ‘WEES EEN ZEGEN’ (JEUGDDORP I.O) TEKST EN ILLUSTRATIES VAN PIET WORM. GEDRUKT BIJ DRUKKERIJ HOOGLAND DELFT
*
|
|