| |
| |
| |
| |
Volgens het Handelblad van 30 Juny 1834.
Gruwel moord, gepleegd door zekeren, Basurini.
Uit Novato, provincie Brescia.
Gehuwd den 1sten November 1812, in welk Huwelyk hy 12 Kinderen verwekt, en Vermoord heeft. Deze Kindertjes Stierven altoos als de Vader met hen alleen te Huis was, en zorgde dan voor de Doodkisjes en Begravenis, zoodat de Moeder nooit zag waaraan haar Kindertjes Stierven, en alles is met het 12de Kind uitgekomen, hetwelk 22 Jaar is verborgen gebleven. Hy is ter Dood gebragt op den 24sten Mei 1834.
| |
| |
| |
Op eene bekende wys.
Ja eindelyk brak den Morgen aan,
Dat Basurinis Eveldaaden.
Een einde moesten ondergaan
Zyn Misdaad heeft hem zelfs verraden,
Hoord, Menschen hoord, naar dit geval,
Waar de Couranten ons van melden,
Van een Twaalf Kinderen tal,
Dien hy door Moord wist neer te vellen'
2.[regelnummer]
In Tweeëntwintig Jaren tyd,
Dien hy volbragt in 't Echte leven,
Had hy tot Moeders smart en gruwel nyd,
Wie moet niet yzen, hier van beven?
Slechts by 't ontluiken hunner Jeugd,
Zyn Kinderen in 't geheim Verworgen,
De smart vervong des Moeders vreugd,
Doch zy dagt, zy zyn Gestorven.
3.[regelnummer]
Een ieder hield al nu een wakend oog,
Wyl er vele vreemde blyke droeken,
Een ieder Mensch tot dit bewoog,
Dit vreemde voorval te onderzoeken,
De Vierde van Novembers Dag,
Die het geheim deed ontdekken,
Waarin men nu voor ogen zag,
Het tot een vast bewys kon strekken.
4[regelnummer]
De Vrouw beviel van 't laatste Kind,
En hy scheen ook verheugd te wezen,
Ik hoop dat gy Vrouw toch niet ondervind
Men spoedig voor de Dood hoeft te vrezen
Zoo sprak zy, och dat dit genot,
Ons van den Hemel wordt gegeven,
Dat wy dat droevig deerend lot,
Toch nimmer meer beleven.
5.[regelnummer]
Maar uit het Kraambed schier verlost,
Moet zy weer als voorheen gaan werken
Om in eere steeds haar kost,
De tyd van Zevenen een Feest-Dag,
Moet zy dan gaan schoonmaken,
Haar Huisheers Kamer, die haar wacht,
En op de komst van haar blyst waken.
6.[regelnummer]
Zy laaft nog eens het teder wicht,
Zorgt voor het nog onschuldig leven,
Wyl zy het aan haar Boesem licht,
En aan haar Man weder te geven,
| |
| |
Zy kust het, zegt legt het ter rust.
Ik gaan nu aan myn werk verrigten,
Daar zy het nog eens teder kust,
Ach Man voldoen ook uwe pligten.
7.[regelnummer]
Maar naauw'lyks is zy weg gegaan,
Wie moet niet yzen hier van beven,
Of hy hervat ook weer zyn Euveldaan,
Beroofd het Twaalfde van 't leven,
Ligt het op een weinig stroo ter neer,
Gaat in de Tuin weer aan 't werken,
Bleef koel zoo als hy was voor heen,
Men kon niets aan hem bemerken.
8.[regelnummer]
De Vrouw gaat weder naar haar Huis,
Veelt haar door voorgevoel gedrongen,
O Hemel! welk een gezigt een kruis,
Daar ligt haar Kind ook Dood gedrongen
Zy gilt Thomas! Thomas Buurman ziet,
Hy ylt ter hulp, zy valt ter neder,
Ach Hemel! aen wie yst hier niet,
Ziet men dit Kind zoo alweder.
9.[regelnummer]
Basurini komt de deur van achteren in,
En bleef koeloloedig het bekyken,
Ging naar het Lyk met stille zin,
Zonder dat men hem zag wyken,
Hy neemt de maat van het wicht,
Om een Kisje te laten maken,
Doch naauw'lyks had hy dit verricht,
Of ging zich zingend weer vermaken,
10.[regelnummer]
Hy geeft aan deze Timmerman,
Spykers en eenige oude Planken,
Zie maakt hier een Kisje van,
Als gy kunt, ik zal uw danken,
De Buurman gaat naar het Gerecht,
Sprak Heeren spoed uw, wilt aanhooren,
Denk op 't geen dat is gezegt,
Basurinis Kind is weer verlooren.
11.[regelnummer]
De Rechters en ook een Chirurgyn,
Komen het Lykje visenteeren,
Het is Vermoord 't kan niet anders zyn,
Basurine moet gy Aresteeren,
Hy wordt Geboeijend weggebragt,
Om voor de Rechtbank te verscheinen,
Een ieder hield hem nu verdacht,
In 't Moorden van al de zynen.
| |
| |
12.[regelnummer]
Hy beleed dan ook de laatste Moord,
Maar de andere steeds ontkende,
De Rechter sprak het is het Koord,
Waardoor gy Sterven moet wilt u wenden
Naar God! aanbid hem voor u Ziel,
Op dat hy 't u Vaderlyk vergeven,
Denk hoe diep gy nederviel,
Spoed u naar een beter leven.
13.[regelnummer]
De Priester sprak hem Biddend aan,
Zegt Mensch wilt u Bekeeren,
Denk om u snoden Gruweldaân,
Ach wilt voor God u toch verneeren,
Zyn Vrouw, een ieder bid voor hem,
Doch onbewegelyk waren zyn traanen,
Geen Priesters woord, geen Vrouwe stem,
Konde hier geen Bekentenis baaren,
14.[regelnummer]
Het uur dat slaat, de tyd is daar,
Om zyn Vonnis te doen volbrengen,
De Priester sprak ziet het gevaar,
Wilt u straf niet meer verlengen,
De Doods angst kwam, 't laatste woord,
God wilt my 't toch vergeven,
Ik heb de Twaalf tal Vermoord,
Beroofd van 't noch Jeugdig leven.
15.[regelnummer]
Daar ziet men de g[...]orste Moordenaar,
Waarvan Geschiedenissen tuigen,
In 't uiterste van het Doodsgevaar,
Zich voor de Leeraar buigen,
Ach Vaders ach! en Moeders teer,
Laat dit bewys u toch eens leeren,
Dat nooit geen Misdaad straffe keer,
Maar 't Gruwel zich eenmaal verneeren.
Wordt Gezongen en Verkocht door DIRK Ter WOORD.
Te Amsterdam, by J. WENDEL en ZOON
Boekdrukkers, op de Anjeliersgragt.
|
|