Het ABC
(ca. 1940-1950)–Cees Woltman– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
C is Cornelis
die brak eens een ruit.
D dat is Driesje
die speelt op zijn fluit.
| |
[pagina 3]
| |
E is een Ezel
die loopt
op het strand
F is kleine Fritsje,
die speelt in het zand.
| |
[pagina 4]
| |
G is Gerrit
die gooit met een steen.
H is een Hondje
dat kluift aan een been.
| |
[pagina 5]
| |
I is een Indiaan
in een kleding vol pracht.
J is een Jager
die is op de jacht
| |
[pagina 6]
| |
K is de Koning
met een vrolijke klant.
L is een Landman
die werkt op het land.
| |
[pagina 7]
| |
M is een Molen
die draait in de wind.
N is Nico
die een stuivertje vindt.
| |
[pagina 8]
| |
O is een Orgeltje
dat speelt alle dagen.
P is een Pakje,
dat Pietje moet dragen.
| |
[pagina 9]
| |
Q is een letter,
die je niet vaak ziet.
R is de Regen
die valt dat het giet.
S is een Slakje,
dat kruipt door het riet.
| |
[pagina 10]
| |
T is Tinus,
die speelt met een trom.
U is Utrecht,
de stad van de Dom.
| |
[pagina 11]
| |
V is een Vrachtschip
met koopwaar aan boord.
W is de Wachter,
die waakt bij de poort.
| |
[pagina 12]
| |
X is Xerxes
de hond van boer Geert.
IJ is de IJver
waar je mee leert.
Z is de Zeilboot,
die huiswaarts keert.
|
|