Het leven en de uitgelezen verzen van Elizabeth Wolff-Bekker

Inhoudsopgave

Aan de Beemster Sappho.

[Inleiding]

[Bespiegelingen over 't Genoegen]

[Walcheren]

Een nieuw Scheepslied.

De Nederlandsche Vrijheid, aan der Corsen Generaal, Pascal Paoli.

De Nederlandsche Vrijheid, aan de Deugd, haar het beeld van den grooten Pascal Paoli aanbiedende.

[Santhorst en zijn kuddeken]

De onveranderlyke Santhorstsche Geloofsbelydenis, in rijm gebragt door eene zuster der Santhortsche gemeente.

De Menuet en de Dominees Pruik.

Vergeefsche Raad.

Zedenzang aan de Menschenliefde, bij het verbranden des Amsteldamschen Schouwburgs;

Ontschuldiging aan mijne vrienden, en aan de begunstigers mijner dichtkunde.

Lijkzang ter gedachtenisse van den weledelen gestrengen heere, den heere Mr. Hermannus Noordkerk;

Lierzang aan Philantrope.

Lierzang aan den weledelen groot achtbaaren heere, den heere Mr. Bernardus de Moor van Immerzeel.

Dankbetuiging aan de Eenzaamheid.

Brief aan Vredemond.

Op het afbeeldzel van myn hooggeschatten vriend, den eerwaarden heer Pieter Theodoor Couperus, predikant te Gouda.

Winter-zang.

Brief aan mynen heere, den heere, Mr. Hendrik Vollenhoven, en de weledele jonkvrouwe, Catharina Johanna van Beeck.

Morgengroet der Vriendschap, aan mijnheer en mevrouw Vollenhoven.

Aan mijnen geest.

Brief aan Ernst.

De ongelukkige morgen. Datheniana.

De Bekkeriaansche Dooling, Op eene gebeel nieuwe wyze, dat is, proefondervindelyk wederlegd.

Vrouw Snaversnel. Volksliedje.

[Brieven van Stansjen Dortsma, enz.]

[Brieven van Wolff en Deken, enz.]

[Winterbuitenleven]

Wiegzang.

Ontschuldiging.

[Brief aan Goedaart]

[Aan L. van Ollefen]

[Laatste levensjaren]

Breeder aanteekeningen en bijlagen.