Geschrift eener bejaarde vrouw(1802)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Inleiding. De uitgeefsters aan den leezer. Geschrift eener bejaarde vrouw. Mijne afkomst. Mijne ouders. Mijne eerste kindschheid. Ik ben vyf jaar. Ik ben zeven jaar. Ik leer leugen en valschheid kennen. Onze drie nichten en haare kinderen. Mijne eerste speelmakkertjes. Ik leer bescheiden zwijgen. Gesprek over het danssen. Het dondert. Ik zie een doode. Ik schrijf mijn eersten brief. Ik geef een proef van vernuft. Mijne eerste vertaaling. Ik leer God kennen. Gesprek tusschen mijne ouders. De comedie behaagt mij niet zonderling. Ik schrijf mijn eersten brief aan mijne vriendin. Tweede brief aan mijne vriendin Coosje. Eerste brief mijner vriendin Coosje aan mij. Derde brief aan mijne vriendin Coosje. Wij hebben eenige vrolijke dagen. Gesprek met Mietje, over den Christelijken godsdienst. Zij was nu dertien jaaren. Ik lees drie Euangelien. Geschrift eener bejaarde vrouw. Ik krijg zeer aangenaame voor uitzigten. Voorbereidend gesprek. Een hoofdstuk, dat wedersprooken zal worden. Brief mijner moeder. Brief mijner vriendin Coosje, in antwoord. Antwoord op den voorgaanden. Hoe veele aangenaame herdenkingen heb ik onder het schrijven deezer afdeeling! Hebben de Protestanten gelijk, als zij zeggen: alle de schriften des nieuwen testaments kunnen gemaklijk verstaan worden door alle eenvoudige onderzoekers der waarheid? Ons reisje. Ons reisje. Deeze afdeeling zal niet algemeen goedgekeurd worden. Aankomst en verblijf op het kasteel. Zo men gelukkig wil leeven, moeten wij ons wapenen tegen teleurstellingen. Ik wordt voorbereid tot het leezen van de Handelingen der Apostelen. Mijne bedenkingen en de aanmerkingen mijner moeder over de twee eerste hoofdstukken van de Handelingen der Apostelen. Ik zie een weinig van de waereld. Ik lees druiven van doornen. Bedenkingen over de opvoeding van jonge juffrouwen. Tweede les over de Handelingen der Apostelen.