Het vader-huis(1903)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] [Gij kunt niet wijken...] Gij kúnt niet wijken; en ik zie uw lippen prijken glans-vochtig als een vrucht in prillen morgen-tijd.... Gaat thans niet, schóone, onze aarzel-vrome schuchterheid 't lach-teedre doen van vreemde kinderen gelijken? - o Ween niet meer: we zullen sámen treurig zijn tot ons een nieuwe vreugde in stilte moog' genaken. En hoop. Misschien wordt ons een liefde-nieuw festijn 't herdenken dat we traan aan traan gezámen zullen smaken. Vorige Volgende