Het vader-huis(1903)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Verzen aan eene vrouw [pagina 59] [p. 59] [Gij die gebaard hebt...] Gij die gebaard hebt, en in moeder-smart gestaan, hoe ben ik als een tuin voor uw gepijnd verlangen? Hoe gaat ge in barre hoop, hoe draagt ge onvruchtbren waan, en heeft uw liefde een liefde om mijn gelaat gehangen?... Al slaat in mijn moe hoofd uw zware zomer-geur, vergéefs zult ge, als een roos, uw adem míj-waarts keeren; want, ben ik úw door al de macht van uw begeeren, gij kunt niet míj zijn, daar 'k om eigen liefde treur. Vorige Volgende