Het vader-huis(1903)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] [Gij zijt de goede vrouw...] Gij zijt de goede vrouw ten drempel mijner dood, - gij die me uw oogen als een zomer-nacht ontsloot vol wondre lichten en vol rust'ge duisterheden; gij die me uw leden als de rijkste herfsten bracht, en, schooner dan een schemering, de zéekre kracht van vredig leven en zich goed bemind te weten. Want gij, die weet hoe iedre vreugde tanen moet, gij mínt me; - en 'lijk een god de dood der zon begroet met stille liefde, al heeft hij vreugde-vol geschapen die zon: zoo mint ge in mij wat ge in u-zelf voelt slapen en dat in mij voor eeuw'gen slaap moe de oogen sloot, - ons moede liefde, o vrouw, ten drempel mijner dood. Vorige Volgende