'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 212]
| |
176 Brussel, september 1919Ga naar voetnoot1Vertrouwelijk
Waarde Vriend. Toussaint zegt mij dat ik u vermoedelijk vóór uw vertrek niet meer zien zal. Dat spijt mij, want ik had u wel een en ander willen mededeelen. Dit eerste dan, dat vertrouwelijk is, want het gaat van een ambtenaar uit die u dit niet zou mogen schrijven.Ga naar voetnoot2 Gij hebt in den laatsten tijd wel eenige boeken uitgegeven waar de regeering op inschrijven kan. Ziehier hoe dat kan gebeuren: gij stuurt een exemplaar van het boek naar Z.E. den Minister van Wetenschappen en Kunsten, met een schoonen brief als volgt: ‘M. de M., hierbij een ex. van mijne uitgave, dat ik geschikt acht voor de Belgische Volksbibliotheken. Met de hoop op eene inschrijving, rechtstreeks tot mij (of tot den schrijver) te richten, heb ik de eer te zijn...’ Dat is alles: voor de rest zorg ik. Natuurlijk komen in hoofdzaak Vlaamsche schrijvers in aanmerking. Maar hunne persoonlijke tusschenkomst is niet noodig. Voor groote bestellingen vraagt men gewoonlijk eene korting van 10%. Tenzij gij bijzondere Belgische prijzen maakt.
't Andere nu. Gij zegt dat gij dit najaar niet veel uitgeeft. Ook niet een bundeltje verzen van mij?Ga naar voetnoot3 Zoo ja, dan laat ik u de copy binnen een week geworden. Ik heb goede redenen om het tegen 1 November klaar te hebben, ik bedoel: gedrukt. Gaat gij daar op in? Misschien vindt gij nog wel tijd, hier vóór uw vertrek op te antwoorden. Schrijf dan maar naar het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten. Vale, en goede reis! Uw verkleefde Karel van de Woestijne |
|