'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929
(1997)–Karel van de Woestijne– Auteursrechtelijk beschermd45 Sint-Martens-Latem, 28 oktober 1905Waarde Heer, Daareven heb ik de twee pakken ontvangen. Vandaag nog stuur ik alles op.Ga naar voetnoot1. De ingebonden ex. zijn werkelijk heel mooi, heel voornaam: heelemaal zooals ik gedroomd had. Hartelijk dank.Ga naar voetnoot2 Iets anders. Ik moest in November-aflevering van ‘Vlaanderen’ een prozastuk hebben ‘de Zwijnen van Kirkè’, waar de proeven verbeterd van zijn en dat 14 bdz. beslaat. Ik rekende op het honorarium van dat stuk om een rekening te betalen die aanvang-November vervalt: een overschotje nog van de ziekte van mijn vrouw... Nu beslist Vermeylen dat het stuk eerst in December verschijnt, en... ik zit werkelijk verlegen.Ga naar voetnoot3 - Zou het al te vrijmoedig zijn, U te verzoeken mij tháns het bedrag van dat honorarium te betalen? Gij zoudt me een grooten dienst bewijzen, waar ik U heel dankbaar om zijn zou. - Ik schaam me werkelijk U nogmaals lastig te vallen. Geloof echter dat het voor mij al even lastig als voor U is... Aanvaard, met mijn grooten dank bij voorbaat, de uitdrukking van mijne hartelijkste gevoelens. Uw d.w. dr. Karel van de Woestijne
28 Oct. 05. | |
[pagina 52]
| |
Karel van de Woestijne, ca. 1908. (Foto Firmin van Hecke; collectie Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen.)
|
|