Een bundeltje lyrische gedichten
(1936)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend
[pagina 37]
| |
- Deze avond draagt op plane vlerken
het wegen van een milder tijd;
En 'k voel mijn blijheid in me sterken
bij 't staren in ùw teederheid.
Ik weet me zoo beraden rusten,
o schoone, in ons veréenigd-zijn,
en vredig, als een veegen schijn
op 't aanschijn van verre avond-kusten.
- En God, die mij misschein begrijpt,
die om mijn weze' uw stem liet suizen,
is als een vrucht die in me rijpt...
- De vlier-struik geurt naast al de huizen...
(Het Vader-Huis.)
|
|