Rose Marijke gaat op reis
(ca. 1945)–Marietje Witteveen– Auteursrecht onbekend
[pagina binnenkant voorplat]
| |
[pagina 1]
| |
Roos Marijke gaat op reis,
met haar Vader, naar Parijs.
Rose Marijke zit op de fiets,
haar Vader trapt, en zij doet niets.
| |
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
In Parijs daar wonen heren,
die maken mooie dameskleren.
In Parijs daar woont een man,
die het mooiste schilderen kan.
| |
[pagina 4]
| |
[pagina 5]
| |
In Parijs woont een mijnheer,
die heeft geen armen en benen meer.
Met zijn neus en met zijn mond,
raapt hij centen van de grond.
| |
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
In Parijs daar is een café,
daar dansen matrozen twee aan twee,
en aan het einde van de muziek,
vragen ze geld aan het publiek.
| |
[pagina 8]
| |
[pagina 9]
| |
In Parijs is er een dame,
die woont op twee en zestig kamers.
Ze gaat elke dag in een ander bad,
maar maakt alleen haar tenen nat.
| |
[pagina 10]
| |
In Parijs staan duizend huizen,
en ieder huis heeft honderd muizen.
En iedere muis heeft honderd vlooien,
Parijse muizen dat zijn mooie.
| |
[pagina 11]
| |
[pagina 12]
| |
[pagina binnenkant achterplat]
| |
En in Parijs daar staat een bed,
daar wordt Marijke in gezet.
In haar pyama, met haar hond,
en haar vinger in de mond.
| |
[pagina achterplat]
| |
En weet je wat Rose Marijke zag
toen ze opstond de volgende dag
en ze keek door het linker raam
de beroemde kerk de Notre Dame.
|
|