Stichtelijcke bedenckinge, onledige ledigheyt, stichtelijcke tijt-kortinge
(1649)–Claes Jacobsz Wits– AuteursrechtvrijStem: O ! schoone Karielia.1. WAer toe altijdt ghesucht
Mijn droeve Ziel ? u selven niet beswaert.
Weest niet te seer beducht,
Om dat ghy voelt u snoo verdorven aert:
En harden strijdt van Vleesch, en Geest,
Hoopt op den Heer, weest onbevreest.
2. Het quaedt dat in u woont
Dient u ten goed', want 't leydt u tot den Heer,
Dus ghy ootmoedigh toont
| |
[pagina 142]
| |
Dat hem toe-komt alleen de prijs, en eer,
En in 't gheheel u Saligheyt
Ontstaet uyt sijn Barmhertigheyt.
3. Hy treckt u tot hem meest
Wanneer het schijnt of hy u heel versmaet:
Dus ghy bedroeft van Geest,
Met meerder vlijt, tot uwen Heylandt gaet:
Gezeghent is u tegenspoedt,
Die u leydt na het Hooghste Goedt.
4. Laet komen alle druck,
Hertzeer, verdriet, en aerdtsche teghenspoet:
Ick weet dat tot gheluck,
Ja Saligheyt u alles dienen moet. Ga naar voetnoot+
Bedroefde Ziel, strijdt onvertsaeght,
Des Heeren Jock met vreuchde draeght.
5. Laet u beklaghen vry
Al u Vyanden, Sonde, Doodt, en Hel,
Ghy hebt op uwer zy
Godts Soon, den grooten Heldt Immanuel,
Den stercken Leeuw uyt Judas stam,
Die all' uw's Vyandts kracht benam.
6. U swackheydt u verschrickt,
Om dat ghy niet genoeghsaem danckbaer zijt:
Gods Gheest u we'er verquickt
En troost u stadigh in u noodt en strijdt.
Hy bidt voor u den Vader aen,
Die sijn Ghebedt noyt sal af-slaen.
7. Die heeft sijn gunst betoont,
Doen hy om u sijn lieven Sone gaf:
Die u heeft heel verschoont,
Wascht door sijn Bloedt all' uwe smetten af:
En heeft u sijn Gerechtigheyt
(Uyt reyne liefde) toe-gheseyt.
|
|