Stichtelijcke bedenckinge, onledige ledigheyt, stichtelijcke tijt-kortinge
(1649)–Claes Jacobsz Wits– Auteursrechtvrij
[pagina 137]
| |
Stem, Psalm 41. Als een Hert gejaeght, &c. Ofte, na de Stemme van de nieuwe voyse deses Musijcks.1 Goede Godt, o ! Heer der Heeren,
2 Ick wil met een bly gheluyt,
3 Met gesangh u Naem ter eeren,
4 Nu eerbie-digh roepen uyt;
Want de hoop van 't Hooghste Goedt,
Brenght dien vreucht in mijn ghemoedt,
Dat ick my niet kan bedwinghen,
Of ick moet luydt-keels nu singhen.
2. Ick wil vastelijck verwachten
Dat ghy my verstercken sult,
In mijn heyligheyts betrachten,
End' verleenen goedt ghedult.
| |
[pagina 138]
| |
Dat ick in mijn teghenspoedt
Houden sal een goede moedt,
Oock in voorspoedt staende blijven
Door u heyl'ghen Gheests aendrijven.
3. Tegenspoedt teelt bitter lijden;
Voorspoedt, pracht en overdaet.
Hope kan van beyds bevrijden.
Haer vertrouwen niet en staet
Ga naar voetnoot+ Op het gheen dat onghewis
Licht vergaet, en tijdtlijck is.
Ga naar voetnoot+Door haer werden wy ghedreven
Tot een reyn en heyligh leven.
4. Door den Hoop verdwijnt mijn vreesen,
Druck, aenvechtingh ende pijn.
'k Hoop 't en sal niet langhe wesen:
Ghy sult mijn Verlosser zijn.
'k Weet het is mijn Ziels proffijt,
Schoon het lichaem hier wat lijdt:
Want ick hoop ick sal na desen
Tot u Dienst gequamer wesen.
5. Als een Schipper in de baren
Op sijn Anckers hem betrouwt,
Soo mijn Ziel in drucks beswaren,
Ga naar voetnoot+d'Hope voor haer Ancker houwt:
Want de Hoop beschaemt my niet,
Door dien ick u gunst gheniet,
Ga naar voetnoot+Die in 't hert is diep gheschreven,
Door den heyl'ghen Geest gegheven.
|