J.F. van Royen aan Willem Witsen
| Plaats: Den Haag |
| Datum: 6 oktober 1922 |
| Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
's-Gravenhage, 6 October 1922.
43 Van Boetzelaerlaan.
Beste Mijnheer Witsen,
Zooeven belt de Heer Westerveld mij op om te zeggen, dat hij geheel bereid is 's avonds te poseeren. Liefst dadelijk te beginnen 9 Oct. a.s., dus Maandag avond. Hij heeft dan eenige dagen achtereen, die hij beschikbaar kan houden. - Hoor ik dan van U, wanneer wij elkaar zien?
Ik was blij, dat U het aannam; om de overwegingen hebben wij hartelijk gelachen, want we dachten eind-goed, al-goed! Maar
[1:2]
één ding was daarin geheel onjuist, nl. dat Hofker en ik aan ‘een Jan Veth’ de voorkeur zouden hebben gegeven. Wij dachten alleen, dat Westerveld die zou kiezen!
En nu aan het werk; ik verheug me erop, dat een nieuw portret op komst is. Vindt U het geen goed gevormd gezicht.
Met hartelijke groeten, ook aan Uw Vrouw, als altijd
Geheel de Uwe
VanRoyen
Auteursrechtvrij