Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: 4 april 1919 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
4/4/19.
Beste Wim, hartelijk dank voor de zending en je brief van heden. Voor het moment komt 't nog zeer te pas, maar ik ben wel van plan als de promotie nu werkelijk komt, je 't geld - zoo mogelijk ook de vorige zending - terug te geven. Ik had van 't Rijk - op een duurtetoeslag die weer vervalt als de promotie komt en die op zich zelf ook nog maar een ontwerp is (het wemelt van ontwerpen), blijk van
[1:2]
de afgedwongenheid van al dergelijke baten - een voorschot van 100 gl.
kunnen krijgen, maar dat heb ik niet gedaan, ik hou niet van transacties met 't Rijk, maar ik hoop als de promotie er werkelijk is, ze ook te gebruiken en dan de gedachte te hebben, dat jij van jouw kant weer wil medegaan met een zorgzame gedachte mijnerzijds.
Met heel veel genoegen las ik van je goede paedagogiek tegenover de jongeren. Ik vertrouw dat Wim nu op den
[1:3]
goeden weg is. Hij schreef verleden week, dat hij nu alle colleges volgt, ook Bronner en Aarts en gister schreef hij een erg opgewekten brief. Ik hoop dus 't beste. Ik hoop morgen eens tijd te vinden om naar de Koninklijke bibliotheek te gaan. Op verzoek van Wim moet ik trachten voor hem de 3 contes van Flaubert te krijgen, terwijl ik ook nog voor hem Akedyserill in petto heb. Als ik 't maar krijgen kan. Hij komt vandaag over een week 14 dagen hier
[1:4]
met Paaschvacantie. Ik zal meteen eens informeeren naar de brieven van Erasmus. Jan zegt de origineelen bevinden zich in de librije te Gouda.
We hebben een beetje moeilijken tijd gehad doordat Marie niet wel was - en nog is, ze heeft erg last van rhumatiek en is onder behandeling van dr. De Geus - terwijl Netty sommige avonden erg zat te huilen, omdat haar moeder zoo ziek was. De moeder is nu naar een ziekenhuis in Voorburg - in Den Haag is geen
[2:5]
plaats - en 't heet dat ze nu beter gaat. Dienovereenkomstig is ze nu weer vrolijk, maar volgens Jan die er van middag geweest is (te Voorburg), is 't eigenlijk nog ellende. Vermoedelijk zijn de dokters-meeningen wat optimistisch omdat 't nog lang kan duren.
Een groot geluk is echter dat de zieke 't huis uit is. De vader schijnt, als zijn vrouw er is, maar steeds tot opspelen geneigd, zoodat van redelijk overleg e.d. geen sprake schijnt te kunnen zijn. Voor mij
[2:6]
is 't een novem, zoo'n levensbeweeg. Moge 't later voor Jan geen wrange vruchten dragen, de relatie. Hedenavond zijn ze beiden naar Netty's moeders moeder die uit Leeuwarden is overgekomen. Hij heeft er een paar schoone manchetten voor aangetrokken.
Ik las met genoegen dat je met zooveel entrain werkt. Maar eet je nu ook met overtuiging? Ik ken maar één mensch die dat kan. Dat is Isaac.
[2:7]
Ook in dat opzicht is hij voorbeeldig. Hij breekt altijd ergens iets af, of snijdt iets in tweeën en werkt 't naar binnen. Hij is een zeer verstandig man. Hoe meer ik er aan denk, hoe meer ik tot de overtuiging kom, dat jij te matig eter bent.
Nu Wim, de groeten aan M., ook van M.
je
Jan
Wat een prachtig geval voor Willem. Wat zal hij zich gelukkig voelen. Maar
[2:8]
het is, alles in aanmerking genomen, ook wel heel goed. Die duizend gulden van de Regeering is een ongeloovelijke buitenkans. Ik hoop hem 6 Mei te bezoeken. Of een anderen dag, als 't officieel wordt.
Dag.