Willem Witsen aan Jean François van Royen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 4 februari 1919 |
Verblijfplaats: Museum Meermanno-Westreenianum, inv.nr. VR 044: 2 E 11 |
[1:1]
Oosterpark 82
Amsterdam
4 febr. 1919
Zeer geachte Heer van Royen,
Het zal U bekend zijn dat zelfs de besten onzer letterkundigen nauwelijks kunnen leven van hunnen arbeid. En dat zij zich een rustigen ouden dag zouden kunnen verzekeren is heelemaal uitgesloten. Dit is een misstand waarvan de ernst voor ieder beschaafd man met ruimen geest, niet onder schat zal worden.
Ik kom dan ook met vertrouwen tot U om uwe medewerking in te roepen voor het volgende plan: den 6en Mei e.k. wordt Willem Kloos 60 jaar. Zijn vrienden en collega's willen trachten de gelden bij elkaar te brengen die hem in staat zullen stellen de toekomst met eenige zekerheid te gemoet te gaan.
Ik behoef U wel niet te zeggen wat Kloos gedaan heeft maar wel wil 'k even Uwe aandacht er op vestigen dat hij nooit eenige steun heeft ondervonden, en onafgebroken nu al ongeveer 40 jaren, heeft
[1:2]
gewerkt. Enkele kunstvrienden hebben reeds bedragen van 1000 en 500 gl. beschikbaar gesteld. De minimum bijdrage is door onze commissie, waarvan Mr. E.F. Posthumus Meyjes, directeur der Kasvereeniging, alhier, penningmeester is, vastgesteld op f 250.
Mag 'k op uwe medewerking rekenen? En weet U misschien anderen die sympathie voor dit plan hebben?
Wij lijden nog van de koû en door gebrek aan brandstoffen. Gelukkig zijn we verder gezond en Marie ziet er uit als melk en bloed. Maar het werk schiet slecht op in deze omstandigheden. Wanneer komt U met Mevrouw weer eens in Amsterdam? Ik ben nu niet meer in de commissie in Arti en ben bijna altijd thuis!
Met hartelijke groeten aan Mevrouw en U van ons beiden
gaarne de uwe
W. Witsen