Elizabeth Boddaert aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 21 juni 1918 |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
21 Juni 1918.
Hooggeachte Heer Witsen,
Ik kom U nog eens zeggen, hoe wij het gewaardeerd hebben, dat U ons een bezoekje hebt gebracht en onze portretten hebt vernist.
Wij betreuren het alleen, dat U al weer zoo gauw gevlogen waart: wij hebben niet veel van U gezien!
Mijn portret is merkwaardig opgeknapt.
[1:2]
Onny is er verrukt van. Dat van Onny laat ik nu stil drogen en verheug mij er op het in September op te hangen. Misschien zullen wij het plezier hebben U en Marie dan nog eens bij ons te hebben. Dat zouden wij heel prettig vinden.
Ik vergat U nog op te dragen aan Marie mijn dank over te brengen voor de Jasmijn, die mij
[1:3]
zoo bizonder veel genoegen deed. Ik heb in der tijd met zoo veel liefde dat kleine boompje voor Uw tuin meegenomen en geniet er van, dat het ieder jaar bloeit.
Met heel veel groeten van O. en mij aan Marie en nog hartelijken dank aan U voor uw kostbaren tijd, dien U ons heden afgestaan hebt,
Uwe
Elizabeth Boddaert.