Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen en Augusta Maria Witsen-Schorr
Plaats: [Den Haag] |
Datum: 29 april [1918] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
29/4
Beste Wim en Marie,
Marie laat jullie wel bedanken voor alle goede voornemens en Marie nog eens in het bijzonder voor haar gedachte betreffende het pension. Wij komen nader natuurlijk eens kijken, maar het staat M. wel aan. Zij vraagt mij Marie te vragen of ze ook nog eens
[1:2]
aan juffrouw Colijn wil vragen met haar zuster ook te bespreken hoe deze denkt dat 't met de vacantieën zou gaan. Deze zijn 2 × 14 dagen (Paasch en Kerstmis) en 2 maanden zomer (Aug. en Sept.). Dit in het bijzonder met het oog op de groote vacantie.
Ik schrijf dit even in haast en hoor wel spoedig van jullie
je
Jan
Wat de waschkwestie betreft, zou
[1:3]
't beste zijn, dat 't weinige wat Wim noodig heeft niet heen en weer gaat, maar dat alles in A. blijft en behandeld wordt.