Elizabeth Boddaert en Onny van Spengler aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [5 januari 1918] |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
Zaterdag avond 5 uur
Zeer geachte Heer Witsen,
Thuiskomend vond ik het portret! U weet niet, hoe blij ik ben dat het nu in mijn bezit is en hoop ik het nu veilig te houden. Komt U eens kijken of het goed hangt? Wat zou dat aardig
[1:2]
zijn! Hoe U te danken voor dit heerlijke geschenk dat mij ook steeds zal herinneren aan mijn portret!
Ware het niet, dat ik morgen mijn ontvangdag had dan was ik zeker persoonlijk gekomen. Onny vindt het ook zoo naar, dat U niet eens aankomt! Hoe ellendig dat Uw hand weer zoo pijnlijk is.
Hartelijke groeten van ons beiden ook voor Marie.
Elizabeth Boddaert
[2:3]
P.S. Ik geloof, dat het pijnlijke van de hand wijst op vooruitgang! Dat is een phase, waar men door heen moet!
Dank U wel Meneer Witsen. Lijsje is er zòò blij mee en ik vind het zelf ook zoo prettig het er hangt. U bent niks
[2:4]
lief en laat ons heelemaal glippen!! Zooals U zelf beweert dat andere menschen altijd doen. Maak het goed en kom eens heel gauw. U vindt het niet prettig meer als ik bij U kom. Morgen middag is L. thuis maar er komt haast nooit iemand. Dit een gentle hint.
Dag Meneer Witsen. Dank U
Uwe
Onny.