Willem Witsen aan Jan Pieter Veth
Plaats: Den Haag |
Datum: 16 oktober 1917 |
Verblijfplaats: RPK, autografencoll. Jan Veth, inv.nr. Br. 74; microfiche nr. 105/170 en nr. 105/171 |
[1:1]
Koninnginnegracht 2
den Haag 16 Oct. 1917
Beste Jan Piet,
Ik ben nu zoo ver dat wij langzamerhand gaan denken om naar Amsterdam terug te gaan. Precies kan 'k 't nog niet zeggen omdat 'k nog altijd gebrekkig loop (alléén ben 'k nog niet op straat geweest en 'k heb Marie's hulp nog altijd noodig) maar ik denk wel dat we tegen 't einde van deze maand weer thuis zijn. Dus binnen 14 dagen. Met mijn hand gaat 't maar weinig beter: verleden week is zij erg gaan zwellen en Dr. Schoemaker
[1:2]
heeft toen absolute rust bevolen. A.s. Donderdag moet 'k weer bij hem komen en dan zal hij zeggen of 'k weer mag gemasseerd worden en de hand mag oefenen in de Zander Inrichting. Nu, na die week rust (de laatste 10 dagen, sints 'k weer bij Isaac ben, ging 'k geregeld 's morgens met Marie naar 't Ziekenhuis om de hand te laten behandelen) nù, na die rust is de zwelling wel veel minder maar de hand is weer veel stijver - 'k moet je zeggen dat 'k niet begrijp hoe dat ooit weer terecht kan komen! 't Is ontzettend lastig en 'k ben heelemaal
[1:3]
hulpbehoevend en afhankelijk van Marie.
De laatste dagen ben 'k bezig aan 'n portret, maar 't werken gaat mij vreemd af en M. wascht de penseelen en heeft voortdurend meer last van me.
Isaac's gastvrijheid is onuitputtelijk, zoo even sprak hij er weer over om toch langer te blijven, maar hoe prettig 't ook is, wij verlangen erg om weer thuis te zijn!
Van af 1o Nov kun je dus met den heer v. Eeghen een dag vaststellen om Br. uit te noodigen in 't Oosterpark te komen. Ik zal je laten weten wanneer 'k in Amsterdam ben.
Met hartelijke groeten, ook aan je vrouw, van ons beiden
als altijd je
Wim