Willem Bastiaan Tholen aan Willem Witsen
Plaats: Rhenen |
Datum: 25 juni 1917 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Rhenen 25 Juni - 17
Beste Willem,
Zondag was ik in Heelsum en vond daar je brief. Coba vond het prettig dat je haar hadt geschreven en wij spraken over het, laat ik het maar noemen, Breitnerfonds. Hoewel wij tegenswoordig door C.'s ziekte veel noodig hebben, willen wij toch gaarne voor Breitner iets doen en dus een bijdrage geven van duizend gld. Je schreef over de Haagsche Commissie voor het fonds. Voor het fonds werkzaam zijn kan ik tot mijn spijt niet daar het mij in de eerste plaats aan vermogende kennissen of vrienden ontbreekt
[1:2]
zoodat ik voor de vermeerdering niets doen kan. Mogt het evenwel zijn dat je mij in de Haagsche Commissie zoudt willen hebben alléén om het ledental te completeeren, dan ben ik gaarne bereid als zeer oude bekende van Breitner en als groot waardeerder van zijn gaven.
Ik vond Coba weer een beetje beter als vorige Zondag. Maar altijd erg zenuwgevoelig en spoedig vermoeid, om te praten als om te luisteren.
Zij in het zieken wagentje en ik er achter, gingen wij de weg op zoogenaamd een wandelingetje. Een heel klein eindje loopen gaat ook weer. Je ziet hieraan dat
[1:3]
al gaan wij weer vooruit er toch nog wel vooruittegaan is, - voor eenig goed herstel.
Als je het ziek zijn zoo nabij ondervindt, kom je zoo tot waardeering van de gezondheid. Gelukkig dat jij en Marie je daarin verheugen moogt! Ik hoor van Neijenhoff dat hij ook lang niet goed is.
Met Cobi gaat het gaandeweg beter zooals ik hoor.
Nu Willem adieu! De zon begint laag te staan, ik moet nog een wandelingetje doen. Je bent hier zeker wel eens geweest op de hoogte met vergezichten.
Hartelijk gegroet met Marie en een handdruk van
je vriend
Tholen.