Willy Martens aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 29 december 1916 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
den Haag 29 December 1916.
Amice,
Dank voor uw inlichtingen betreffende door Gorter gezonden brieven aan Beatty en Torchiana.
Ik ben het niet met u eens betreffende het beheer over de terugzending der kunstwerken. Nu de Heer Torchiana is ingelicht omtrent de handelwijze van de Vries zal hij wel zorgen, dat de Heer Ledeboer niet door de Vries bemoeilijkt wordt in zijn werkzaamheden. Ik ben dus van oordeel, dat het door u bedoelde telegram niet behoort te worden verzonden.
Zooals ik u schreef zal
[1:2]
de Vries geen kunstwerk mogen behouden, waarvan hij geen schriftelijk bewijs van den maker zal kunnen overleggen; dat zal door den Heer Torchiana worden gecontroleerd.
Na uw mededelingen is een vergadering natuurlijk overbodig.
Daar er op uw brief van 4 Januari geen adres-nummer stond vermeld heeft een waarnemend besteller op de enveloppe abusievelijk het nummer 7c geschreven en den brief op dat nummer in de bus geworpen. De bewoners van dat nummer zijn dikwijls weken lang afwezig. Zoodoende is uw brief meer dan drie weken in de bus blijven liggen alvorens
[1:3]
het abuis is ontdekt en toen eerst donderdag middag aan het Museum bezorgd. door een oude dame, die van tijd tot tijd in het onbewoonde huis komt kijken.
Na Vriendschappelijke groeten
Willy Martens.