Willem Johannes Theodorus Kloos aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: 15 mei 1916 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
[briefhoofd De Nieuwe Gids, Den Haag]
15 Mei '16
Beste Wim,
Omdat het lot van den armen Hein je evenzeer ter harte gaat, als ons, stuur ik je hierbij een afschrift van het oordeel van François Erens, dat ik een paar dagen geleden ontving in antwoord op een brief van mij:
[begin inspring]
‘Je bericht van de invrijheidsstelling van Hein Boeken verblijdde mij buitengewoon. Ik meen er uit te moeten opmaken, dat hij buiten vervolging zal gesteld worden door de rechtbank. Of hij dat reeds is, zul je zeker ook niet weten. De rechtbank schijnt zeer genadig met hem te zijn,
[1:2]
d.w.z. dat zij de feiten beschouwt, zooals zij moeten worden beoordeeld. Dat hij nu vrij rondloopt, dunkt mij nog geen bewijs, dat de rechtsingang door de rechtbank is geweigerd, maar het is toch wel een sterke presumptie. Wel zal men aannemen, dat hij niet ontvluchten zal, vooral niet in dezen oorlogstijd.’
[einde inspring]
Vind je dit niet nogal een gunstig voorteeken, hoe deze beroerde zaak afloopen zal? Erens is toch in elk geval een jurist en kan dus de dingen juister beoordeelen dan een van ons, zou ik zeggen. Hein schijnt op het oogenblik ongesteld te zijn, want ik heb hem reeds twee brieven geschreven, naar het adres van zijn broêr. Ik deelde hem ook het bovenstaande van Erens
[1:3]
meê. Maar ik hoorde taal noch teeken van hem. De levenscarrière van den armen kerel is, moet ik vreezen, voor goed doodgeloopen in het zand, of hij vrijgelaten wordt of niet. En niemand onzer kan hem helpen.
Wat heb je ons veel pleizier gedaan met je bezoek. We vinden het heel prettig, dat jullie zoo veilig en opgeruimd uit Amerika zijt kunnen terugkeeren. Tegelijk met deze zenden wij je de afleveringen ‘Onze Kunst’ Jaargang 14 compleet. Aan 15 ontbreekt één afl. die Jeanne er uit hield voor haar broêr. Dat vind je zeker wel goed? En jaarg. 16 voor zoover verschenen.
Met onze hartel groeten, ook aan Marie,
je oude vriend
Willem